Als u beheerdersverificatie wilt opgeven, stelt u "Management beheerdersverificatie" in op [Aan]. Als deze instelling is ingeschakeld, kunnen beheerders alleen instellingen configureren die aan hen zijn toegewezen.
Gebruik de standaard gebruikersnaam en het standaard wachtwoord voor inloggen wanneer u als beheerder wilt inloggen.
Voor meer informatie over het in- en uitloggen met beheerdersverificatie, zie Inlogmethode voor beheerder en Uitlogmethode voor beheerder.
![]()
Als u "Management beheerdersverificatie" heeft ingeschakeld, moet u de log-in gebruikersnaam en het log-in wachtwoord van de beheerder niet vergeten. Wanneer u een log-in gebruikersnaam of log-in wachtwoord van de beheerder vergeet, moet een nieuw wachtwoord door de supervisor worden aangemaakt. Voor meer informatie over supervisorrechten, zie Supervisor.
Druk op de [User Tools]-knop.
Selecteer het type beheerdersverificatie dat u wilt configureren.
[Systeeminstellingen] |
Druk op [Aan] en selecteer dan de instellingen die beheerd dienen te worden.

De geselecteerde instellingen kunnen niet door gebruikers worden gewijzigd.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het soort beheerder.
Als u beheerdersverificatie voor meerdere categorieën wilt opgeven, herhaalt u stap 2 t/m 3.
Druk op [OK].
Druk op de [User Tools]-knop.
Log uit.
![]()
U kunt dit ook met Web Image Monitor instellen. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.