![]()
Als de beveiligingsinstellingen niet zijn geconfigureerd, zijn de gegevens in de printer onbeschermd.
Om te voorkomen dat deze printer wordt gestolen, opzettelijk wordt beschadigd, enz., dient u het apparaaat op een veilige plaats te zetten.
Mensen die deze printer kopen, moeten ervoor zorgen dat mensen die de printer gebruiken dit op een juiste wijze doen, overeenkomstig de bediening die is bepaald door de beheerder en de supervisor van het apparaat. Als de beheerder en/of de supervisor de vereiste beveiligingsinstellingen niet maken, dan is er kans op misbruik door gebruikers.
Voor het configureren van de beveiligingsfuncties van de printer en om een gepaste bediening door de gebruikers te verzekeren, moeten beheerders de Veiligheidshandleiding volledig en aandachtig lezen, met name het deel over wat te doen vóór de configuratie van de beveiligingsinstellingen.
Beheerders moeten gebruikers informeren over het juiste gebruik van de beveiligingsfuncties.
Beheerders zouden de logboeken van de printer regelmatig moeten nakijken om te controleren op onregelmatige en ongewone gebeurtenissen.
Als deze printer op een netwerk is aangesloten, moet de netwerkomgeving worden beschermd door een firewall of een soortgelijke bescherming.
Voor bescherming van gegevens tijdens de communicatiefase, dient u de communicatie-beveiligingsfuncties van de printer toe te passen en de printer te verbinden met apparaten die beveiligingsfuncties, zoals gecodeerde communicatie, ondersteunen.