Koptekst overslaan
 

Apparaatinformatie importeren

Apparaatinformatie die is opgeslagen op een SD-kaart importeren.

SP C340DN

Druk op de toets [Menu] en selecteer vervolgens items om in te stellen met behulp van de [Pijl-omlaag] of de [Pijl-omhoog].

1Log op het bedieningspaneel in als beheerder met alle toegangsrechten.

2Selecteer [Apparaatinstelling-info.] Druk op [OK]

3Selecteer [AppInstInfo: Imp (geh.app)] Druk op [OK]

4Selecteer [Sel. app.inst.-info.best] Druk op [OK]

5Selecteer het bestand. Druk op de [OK]-knop.

6Selecteer [Apparaatspecifieke info.] Druk op [OK]

7Selecteer [Insluiten] of [Uitsluiten] Druk op [OK]

8Selecteer [Coderingssleutel inv.] Druk op [OK]

9Selecteer [Enter] Geef de coderingssleutel op die is opgegeven bij het exporteren van het bestand. Selecteer [Accept.]

10Selecteer [Import.] [Import.]

11Wanneer er een dialoogvenster voor bevestiging verschijnt, drukt u op [Ja].

12Controleer of het bericht betreffende een succesvolle voltooiing van de export wordt weergegeven. Selecteer [Afsluiten]

De printer start opnieuw.

13Schakel de printer uit en verwijder vervolgens de SD-kaart.

SP C342DN

1Steek een SD-kaart in de mediasleuf aan de voorkant van het bedieningspaneel.

Voor meer informatie over het installeren van de SD-kaart in de SD-kaartsleuf, zie de Gebruiksaanwijzing.

2Log op het bedieningspaneel in als beheerder met alle toegangsrechten.

3Ga naar het scherm “Info apparaatinformatie: Importeren (geh.opslag.app)”.

[Systeeminstellingen] [Beheerderstoepas.] [Info apparaatinformatie: Importeren (geh.opslag.app)]

4Selecteer het informatiebestand met apparaatinstellingen die u wilt importeren.

[Info.bestand app.instelling] Selecteer het bestand/de bestanden [OK]

5Selecteer het afbeeldingsbestand voor het beginscherm.

[Afb. voor Homescherm] Selecteer het bestand [OK]

6Selecteer of u de unieke informatie van het apparaat wilt importeren of niet.

[Unieke informatie apparaat] [Insluiten] of [Uitsluiten] [OK]

Unieke informatie van het apparaat is o.a. het IP-adres en de hostnaam.

7Voer een coderingssleutel in.

[Voer coderingssleutel in] Geef de coderingssleutel op die is aangemaakt toen het bestand werd geëxporteerd [OK]

8Importeer de informatie.

[Import uitvoeren] [OK] [Afsluiten]

De printer start opnieuw.

Opmerking

  • Als het importeren of exporteren mislukt, kunt u de fout in het logboek opzoeken. Het logboek wordt opgeslagen in dezelfde locatie als het geëxporteerde informatiebestand met apparaatinstellingen.