Een gebruikerscode-account die uit maximaal acht cijfers bestaat en voor Gebruikerscodeverificatie wordt gebruikt, kan worden overgedragen en worden gebruikt als log-in gebruikersnaam, ook nadat de verificatiemethode van Gebruikerscodeverificatie is gewijzigd in Basisverificatie, Windows-verificatie of LDAP-verificatie. In dit geval is het log-in wachtwoord leeg, omdat gebruikerscodeverificatie geen wachtwoord heeft.
Wanneer de verificatie wordt gewijzigd in een externe verificatiemethode (Windows-verificatie of LDAP-verificatie), is er geen verificatie nodig, tenzij het externe verificatie-apparaat de eerder geregistreerde overgebrachte gebruikerscode-account bevat. De gebruikerscode-account blijft echter in het adresboek van de printer staan, ook bij een mislukte verificatie.
Wanneer van gebruikerscodeverificatie op een andere verificatiemethode wordt overgeschakeld, adviseren we u vanwege veiligheidsredenen om de accounts te verwijderen die u niet gaat gebruiken, of om een log-in wachtwoord in te stellen. Raadpleeg de Help-functie van Web Image Monitor voor informatie over het verwijderen van accounts. Voor meer informatie over het wijzigen van wachtwoorden, zie Log-in gebruikersnamen en wachtwoorden opgeven.
![]()
Nadat het apparaat is aangezet, zijn de uitgebreide functies mogelijk niet zichtbaar in de opties voor gebruikersverificatie in het menu Gebruikersverificatiebeheer. Wacht in dat geval een ogenblik en open het menu Gebruikersverificatiebeheer opnieuw.
Gebruikersverificatie kan ook worden opgegeven via Web Image Monitor. Voor meer informatie, zie de Help-functie van Web Image Monitor.