Koptekst overslaan
 

Beheerdersverificatie configureren

Een gebruikersnaam en wachtwoord zijn vereist om beheerders te verifiëren die de instellingen willen configureren of toegang tot de printer willen via het netwerk. Als u een beheerder registreert, kunt u geen log-in gebruikersnaam gebruiken die al staat geregistreerd in het adresboek. Beheerders worden op een andere manier behandeld, dan gebruikers die staan geregistreerd in het adresboek. Windows-verificatie en LDAP-verificatie worden niet uitgevoerd voor een beheerder, zodat een beheerder gewoon kan inloggen, zelfs als de server niet bereikbaar is als gevolg van een netwerkprobleem. Iedere beheerder wordt door een log-in gebruikersnaam geïdentificeerd. Eén persoon kan optreden als meer dan één type beheerder, wanneer meerdere beheerdersrechten worden toegekend aan een enkele log-in gebruikersnaam. Voor meer informatie over het registreren van de beheerder, zie Beheerders registreren en wijzigen.

U kunt voor elke beheerder een log-in gebruikersnaam, een log-in wachtwoord en een coderingswachtwoord instellen. Het coderingswachtwoord wordt gebruikt om gegevens te coderen die via SNMPv3 worden verzonden. Het wordt ook gebruikt door toepassingen als DeviceManager NX die gebruik maken van SNMPv3. Beheerders kunnen alleen de instellingen van de printer maken en gebruikerstoegang beheren. Zij kunnen dus geen functies gebruiken zoals afdrukken. Om deze functies te kunnen gebruiken, moet de beheerder zich in het Adresboek registreren als gebruiker en vervolgens worden bevestigd als gebruiker. Geef de beheerdersverificatie op en vervolgens de gebruikersverificatie. Voor meer informatie over het opgeven van verificatie, zie Beheerdersverificatie configureren.

Taken van elke beheerder

Afbeelding van beheerdersverificatie met genummerde onderdelen

  1. Gebruikersbeheerder

    Dit is de beheerder die de persoonlijke gegevens in het adresboek beheert.

    Een gebruikersbeheerder kan gebruikers in het adresboek registreren of ze verwijderen en de persoonlijke gegevens van gebruikers wijzigen.

    Gebruikers die in het adresboek zijn geregistreerd, kunnen ook hun eigen gegevens wijzigen en verwijderen.

    Als een gebruiker zijn of haar wachtwoord is vergeten, kan de gebruikersbeheerder het wachtwoord verwijderen en een nieuwe aanmaken, zodat de gebruiker de printer weer kan gebruiken.

  2. Apparaatbeheerder

    Dit is de beheerder die de systeeminstellingen van de printer beheert. U kunt de printerinstellingen zo configureren dat de systeeminstellingen alleen door de beheerder van het apparaat kunnen worden opgegeven. Aan de hand van de printerinstellingen kunt u voorkomen dat onbevoegde personen de instellingen wijzigen. Op deze manier kunt u gebruikers in staat stellen de printer veilig te gebruiken.

  3. Netwerkbeheerder

    Dit is de beheerder die de netwerkinstellingen beheert. U kunt de printer zo instellen dat netwerkinstellingen zoals het IP-adres en instellingen voor het verzenden en ontvangen van e-mailberichten alleen door de netwerkbeheerder kunnen worden gespecificeerd.

    Aan de hand van de netwerkinstellingen kunt u voorkomen dat onbevoegde gebruikers de instellingen wijzigen en de printer uitzetten. Op deze manier kunt u voor een correcte netwerkfunctionaliteit zorgen.

  4. Bestandsbeheerder

    Deze beheerder beheert opgeslagen bestanden en kan wachtwoorden voor beveiligde afdrukbestanden en andere bestanden opgeven en verwijderen.

Opmerking

  • U kunt gebruikerscodeverificatie opgeven zonder beheerdersverificatie op te geven.