Koptekst overslaan
 

Waarschuwingsberichten (die in foutlogboeken en -rapporten worden afgedrukt)

Dit onderdeel beschrijft de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor foutmeldingen die worden afgedrukt in het foutenlogboek of in rapporten.

Meldingen

Oorzaak

Oplossing

“84: Fout”

Er is geen werkruimte beschikbaar voor het verwerken van afbeeldingen.

Selecteer [Prioriteit lettertype] voor [Gebruik van geheugen] in [Systeem]. Verminder het aantal bestanden dat naar de printer wordt verzonden.

“85: Fout”

De opgegeven grafische bibliotheek is niet beschikbaar.

Controleer of de gegevens geldig zijn.

“86: Fout”

De parameters van de bedieningscode zijn onjuist.

Controleer de afdrukinstellingen.

“91: Fout”

Het afdrukken is geannuleerd door de automatische opdrachtannuleringsfunctie als gevolg van een opdrachtfout.

Controleer of de gegevens geldig zijn.

“92: Fout”

Afdrukken is geannuleerd omdat de [Job Reset]- of [Suspend/Resume]-knop is ingedrukt op het bedieningspaneel van de printer.

Voer indien nodig de afdrukopdracht nogmaals uit.

“Adresboek is in gebruik. ”

De printer is momenteel niet in staat om verificatie uit te voeren, omdat het adresboek gebruikt wordt door een andere functie.

Wacht even en probeer het dan nogmaals.

“Autom. Gebr. progr. misl. ”

Automatische registratie van informatie voor LDAP-verificatie of Windows-verificatie is mislukt, omdat het adresboek vol is.

Voor meer informatie over automatische registratie van gebruikersinformatie, zie de Veiligheidshandleiding.

“Kan niet afdrukken.”

U heeft geen rechten om het PDF-bestand af te drukken dat u wilt afdrukken.

Neem contact op met de eigenaar van het document.

“Fout Classificatiecode”

De classificatiecode is niet opgegeven in het printerstuurprogramma.

Selecteer [Optioneel] voor de classificatiecode. Voor meer informatie over het configureren van de classificatiecode, zie Classificatiecodes registreren.

“Sorteren geannuleerd”

Sorteren is geannuleerd.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Sorteren: Pag. maximum”

De hoeveelheid vrij geheugen is onvoldoende om te sorteren.

Verminder het aantal af te drukken pagina's.

“Opdrachtfout. ”

Een RCPS-opdrachtfout is opgetreden.

Controleer of de communicatie tussen het apparaat en de printer op de juiste manier werkt.

“Fout gecomprimeerde data”

De printer heeft corrupte gecomprimeerde gegevens ontdekt.

Controleer of het programma dat u heeft gebruikt voor het comprimeren van de gegevens correct werkt.

“Duplex geannuleerd”

Dubbelzijdig afdrukken is geannuleerd.

Wijzig de instelling voor "Duplexlade" in [Papierinvoer] om dubbelzijdig afdrukken te activeren voor de papierlade.

“Fout. Afdrukken/Geannul.”

Er is een fout opgetreden tijdens het afdrukken, maar deze is genegeerd.

Controleer de afdrukinstellingen.

“Max. afdr.vol. overschreden”

Afdrukken is geannuleerd omdat het maximum aantal afdrukken is bereikt.

Neem contact op met de beheerder.

“Max. afdr.vol. overschreden”

Het maximale aantal toegestane te registreren gebruikerscodes is bereikt.

Verwijder onnodige gebruikerscodes.

“Bestandsysteemfout. ”

Het rechtstreeks afdrukken van PDF-bestanden kon niet worden uitgevoerd, omdat het bestandssysteem niet kon worden verkregen.

Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Als de melding nogmaals verschijnt, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger.

“Bestandsysteem vol. ”

Het PDF-bestand kan niet worden afgedrukt, omdat de capaciteit van het bestandssysteem vol is.

Verwijder alle onnodige bestanden van de harde schijf of verminder de grootte van de bestanden die naar de printer worden verzonden.

“Gebr. functie geweig.”

De afdruktaak is geannuleerd om een van de volgende redenen:

  • De gebruiker heeft geen bevoegdheid om af te drukken.

  • Er zijn geen bevoegdheden tot afdrukken toegekend aan de ingevoerde gebruikersnaam of gebruikerscode, of er is een foutief wachtwoord ingevoerd voor de gebruikersnaam.

Voer de gebruikersnaam of gebruikerscode met afdrukbevoegdheden in, of voer het juiste wachtwoord voor de gebruikersnaam in.

“Harde schijf is vol.”

De harde schijf is volgeraakt tijdens het afdrukken van een Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdrukbestand. Verwijder onnodige bestanden die op de printer zijn opgeslagen.

Verminder de gegevensgrootte van de Testafdruk, Beveiligde afdruk, Uitgestelde afdruk of Opgeslagen afdruk.

Als u afdrukt met het PostScript 3-printerstuurprogramma, dan is de capaciteit van de harde schijf voor lettertypen en formulieren overschreden. Verwijder onnodige formulieren en lettertypen van de printer.

“HDD niet geïnst. ”

De printer heeft een opgeslagen afdruktaak ontvangen, maar er is geen harde schijf geïnstalleerd.

Neem contact op met uw verkoopvertegenwoordiger.

“I/O buffer overloop.”

Er heeft een invoerbufferoverloop plaatsgevonden.

  • Selecteer [Prioriteit lettertype] voor [Gebruik van geheugen] in [Systeem].

  • Stel in [I/O-buffer] onder het menu [Host interface] de maximale bufferomvang op een grotere waarde in.

  • Verminder het aantal bestanden dat naar de printer wordt verzonden.

“Onvoldoende geheugen.”

Er is een geheugentoewijzingsfout opgetreden.

PCL 6

Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma. Op het tabblad [Gedetailleerde instellingen] van het printerstuurprogramma, klikt u op [Afdrukkwaliteit] in "Menu:" en selecteert u vervolgens [Raster] uit de lijst "Vector/Raster:". In sommige gevallen zal het lang duren voordat de afdruktaak voltooid is.

PCL 5e, PostScript 3

Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma.

“Geen reactie van server. ”

Er is een time-out opgetreden bij het tot stand brengen van de verbinding tussen printer en server voor LDAP verificatie of Windows-verificatie.

Controleer de status van de server.

“Fout papierformaat”

Het afdrukken is geannuleerd, omdat het opgegeven papierformaat niet uit de lade gehaald kan worden.

Controleer het beschikbare papierformaat.

“Papiertype fout”

De printer herkent het papiertype dat in het printerstuurprogramma is opgegeven niet.

Controleer of de printer op de juiste manier op het netwerk is aangesloten en controleer of bidirectionele communicatie is ingeschakeld. Als het probleem zich blijft voordoen, controleer dan de instellingen van het papiertype van de gebruiker in de printer.

“Wachtw komt niet overeen.”

Er is een foutief wachtwoord ingevoerd tijdens het afdrukken van een gecodeerd PDF-bestand.

Controleer het wachtwoord.

“PDF bestandfout.”

Er is onder een fout opgetreden (bijv. syntaxfout, etc.).

Controleer of het PDF-bestand geldig is.

“Print overrun.”

Het afdrukken is afgebroken.

Selecteer een lagere resolutie in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het wijzigen van de resolutie, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma.

“Ontvangen gegevens mislukt.”

Gegevensontvangst is gestopt.

Verstuur de gegevens nogmaals.

“Verzenden gegevens mislukt.”

De printer heeft van het printerstuurprogramma de opdracht gekregen om de verzending de stoppen.

Controleer of de computer goed werkt.

“Gebr.verif. bestaat reeds. ”

Deze accountnaam is al gebruikt in het nieuw geselecteerde domein of de server via LDAP-verificatie.

Neem contact op met de beheerder.