Vorige
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u documenten afdrukt en beheert die in de printer opgeslagen zijn.
U kunt een document op de harde schijf van de printer opslaan door het document met het printerstuurprogramma af te drukken. Het document kan via het bedieningspaneel later worden afgedrukt of verwijderd.
Deze functie is alleen beschikbaar als de optionele harde schijf geïnstalleerd is.
Documenten worden in de volgende gevallen niet opgeslagen:
De hoeveelheid afdrukgegevens die in de printer opgeslagen is, heeft de 950 bereikt (het aantal kan lager zijn afhankelijk van de afdrukgegevens).
Het aantal pagina's van een document overschrijdt de 1000.
Het totaal aantal pagina's dat in de printer is opgeslagen en de verzonden gegevens heeft de 9000 bereikt (het aantal kan lager zijn afhankelijk van de afdrukgegevens).
U kunt de documenten die niet vastgelegd kunnen worden controleren in het foutenlogboek. Voor meer informatie, zie Foutenlogboeken controleren.
Toepassingen met een eigen stuurprogramma, zoals PageMaker, ondersteunen deze functie niet.
De volgende afdrukfuncties kunnen met deze functie worden gebruikt:
Testafdruk
Met deze functie kunt u alleen de eerste set afdrukken van een afdruktaak die uit meerdere sets bestaat. Nadat u het resultaat gecontroleerd heeft, kunt u de resterende reeksen controleren of afdrukken met behulp van het bedieningspaneel. Hierdoor vermindert u het aantal verkeerde afdrukken door fouten in de inhoud of de instellingen.
Beveiligde afdruktaak
Gebruik deze functie om de privacy te bewaren wanneer er vertrouwelijke documenten via een gedeeld netwerk op de printer afgedrukt worden. Normaal gesproken is het mogelijk om gegevens af te drukken via het bedieningspaneel zodra deze op deze printer zijn opgeslagen. Wanneer u Beveiligd afdrukken gebruikt, is het niet mogelijk om af te drukken tenzij er een wachtwoord wordt ingevoerd op het bedieningspaneel. Uw vertrouwelijke documenten kunnen zo niet door anderen worden ingezien.
Uitgestelde afdruk
Gebruik deze functie om een bestand tijdelijk in de printer vast te houden om dit bestand later af te drukken. Dit is handig bij het combineren en afdrukken van meerdere documenten. U kunt ook opgeven wanneer een document moet worden afgedrukt. Het document wordt automatisch op het opgegeven tijdstip afgedrukt.
Opgeslagen afdruk
Gebruik deze functie om een bestand op de printer op te slaan en dit wanneer nodig later af te drukken. De documenten worden niet verwijderd, zelfs niet als het afdrukken voltooid is. Dit is handig als u vaak hetzelfde document moet afdrukken.
De opgeslagen documenten blijven op de printer staan, zelfs nadat de printer is uitgeschakeld. De instellingen van [Tijd. taken autom. verw.] of [Opgesl. taken autom. verw.] worden echter eerst toegepast. Voor meer informatie over de instellingen voor automatisch verwijderen, zie HDD-management.
Verwante onderwerpen
Een document opslaanOpgeslagen documenten afdrukken
Opgeslagen documenten verwijderen
