Voer uw log-in gebruikersnaam en wachtwoord in die geregistreerd zijn op de printer. U hoeft dit alleen te doen als u voor het eerst op de printer inlogt.
Het PCL-printerstuurprogramma ondersteunt Gebruikerscodeverificatie.
De procedure wordt hieronder uitgelegd met Windows 7 als voorbeeld:
Open het eigenschappenvenster van de printer en klik op het tabblad [Geavanceerde opties].
Voor meer informatie over het weergeven van het dialoogvenster Eigenschappen printerstuurprogramma, zie De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven in Windows.
Vink het selectievakje [Gebruikersverificatie] aan.
Configureer de volgende instellingen:
|
Klik op [OK] om het eigenschappenvenster van de printer te sluiten.
Open het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren.
Geef de instelling voor gebruikersverificatie op.
PCL 5e Klik op [Verificatie...] in het tabblad [Geldige toegang]. PCL 6 Klik op [Verificatie...] in het menu [Taaksetup] onder het tabblad [Uitgebreide Instelling]. |
Geef een log-in gebruikersnaam en wachtwoord voor gebruikersverificatie op die al zijn ingesteld op de printer of de server.
Geef dezelfde log-in gebruikersnaam en hetzelfde wachtwoord op als die zijn geregistreerd op de printer of de server.
Als u geen geldige gebruikersnaam of geldig wachtwoord opgeeft, wordt het afdrukken niet gestart.
Klik op [OK] om het dialoogvenster [Verificatie] te sluiten.
Klik op [OK] om het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren te sluiten.
Afhankelijk van de gebruikte toepassing is het mogelijk dat de opgegeven verificatie-instellingen geen effect hebben.