Achterpaneel
U kunt deze panelen openen om toegang te krijgen tot de behuizing van de printer.
Open het apparaat hier wanneer u de fuseereenheid vervangt.
Voedingsconnector
Verbind het netsnoer met de printer. Steek het andere uiteinde in een stopcontact.
USB-poort A
Hierop kunt u externe apparaten zoals een kaartverificatieapparaat, etc., aansluiten.
USB-poort B
Sluit aan op de USB-poort van de USB-apparaatserver. Verwijder de afdekking om deze poort te gebruiken.
Ethernet-poort
Gebruik een netwerkinterfacekabel om de printer op een netwerk aan te sluiten.
Optionele interfacekaartsleuf
Optionele interfacekaarten kunnen worden geplaatst.
Plaats een optionele draadloze LAN-interfacekaart, IEEE 1284-interfacekaart, een kaart voor een USB-apparaatserver of een uitgebreide USB-kaart.