Bovenpaneel
Open deze om toegang tot de binnenkant van de printer te krijgen en vastgelopen papier te verwijderen.
Open deze om de printcartridge te vervangen.
Standaardlade
Hierin worden de afdrukken verzameld met de afdrukzijde omlaag.
Bedieningspaneel
Voor meer informatie, zie Namen en functies van het bedieningspaneel.
Ventilatieopening
De ventilatiegaten zorgen ervoor dat het apparaat niet oververhit raakt.
De papierformaat-instellingsknop
Gebruik deze knop om het papierformaat te selecteren. Om een papierlade te gebruiken die niet op de papierformaatinstellingsknop staat, stelt u deze in op "". In dit geval moet u het papierformaat met het bedieningspaneel opgeven.
Hoofdstroomschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de printer in en uit te schakelen.
Voor meer informatie over het uitschakelen van de printer, zie Het apparaat uitzetten.
Voorpaneel
Open deze om toegang tot de binnenkant van de printer te krijgen en vastgelopen papier te verwijderen.
Open deze om de printcartridge te vervangen.
Lade 1
U kunt tot 500 vellen normaal papier plaatsen.
Voor meer informatie over de papierformaten en -typen die kunnen worden gebruikt, zie Specificaties papierformaat en Specificaties papiertype.
Verlengstuk voor de handinvoer
Trek dit verlengstuk uit als u vellen van A4, 81/2 × 11 of groter in de handinvoer plaatst.
Handinvoer
U kunt tot 100 vellen normaal papier plaatsen.
Voor meer informatie over de papierformaten en -typen die kunnen worden gebruikt, zie Specificaties papierformaat en Specificaties papiertype.
Papiergeleiders
Als u papier in de handinvoer plaatst, zorg er dan voor dat de papiergeleiders tegen het papier aan staan.
Verlengstuk
Trek aan de papierstopper om te voorkomen dat het papier eraf valt.