Koptekst overslaan
 

Timerinstellingen

Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu Timerinstellingen onder Systeeminstellingen.

Timer slaapstand

Nadat de opgegeven periode is verstreken of als [Timer Energiebesparing] wordt ingedrukt, gaat het apparaat over in de Slaapstand om energie te besparen.

Geef de tijd op die mag verstrijken voordat het apparaat overgaat in de Slaapstand.

Standaardinstelling: [14 min.]

Met behulp van de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 seconden en 240 minuten opgeven.

Timer slaapstand werkt mogelijk niet als er een foutmelding verschijnt.

Afhankelijk van de Ingebedde Software Architectuur-applicatie die is geïnstalleerd, kan het apparaat er langer over doen dan aangegeven om op de Slaapstand te gaan staan.

Timer laag stroomverbruik

Geef op hoeveel tijd er moet verstrijken nadat de laatste kopieeropdracht is voltooid of nadat de laatste bewerking is uitgevoerd voordat de modus laag energieverbruik wordt ingeschakeld.

Standaardinstelling: [1 min.]

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 1 en 240 minuten opgeven.

Timer laag stroomverbruik werkt mogelijk niet als er foutmeldingen worden weergegeven.

Automatische reset systeem

De systeemreset-instelling kiest automatisch het scherm van de functie die werd ingesteld in [Schermeigenschappen], [SYSTEEM], [Apparaatinstellingen van scherm], [Functieprioriteit] wanneer er geen bewerkingen in uitvoering zijn of wanneer een onderbroken taak wordt gewist. Deze instelling bepaalt de interval voor de systeemreset.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]

Autom. resettijd vr Kopieerapp./Doc.Serv. (Kopieerapparaat/Documentserver)

Hiermee geeft u op hoeveel tijd er moet verstrijken, voordat het kopieerapparaat en de documentserver worden gereset.

Als [Uit] is geselecteerd, schakelt het apparaat niet automatisch over naar het invoerscherm van de gebruikerscode.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]

Automatische resettijd voor de printer (Printer)

Geef de tijd op die moet verstrijken voordat de printerfunctie wordt gereset.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]

Automatische resettijd voor de scanner (Scanner)

Geef de tijd op die moet verstrijken voordat de scannerfunctie wordt gereset.

Als [Uit] is geselecteerd, schakelt het apparaat niet automatisch over naar het invoerscherm van de gebruikerscode.

Met de cijfertoetsen kunt u een tijd tussen 10 en 999 seconden opgeven.

Standaardinstelling: [Aan], [60 seconde(n)]

Datum instellen

Hiermee stelt u met de cijfertoetsen de datum in voor de interne klok van het apparaat.

Druk op [] en[] om het jaar, de maand en de dag te wijzigen.

Tijd instellen

Met de cijfertoetsen kunt u de tijd instellen voor de interne klok van het apparaat.

Druk op [] en [] om de uren, minuten en seconden te wijzigen.

Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

Voer de tijd in volgens het 24-uurssysteem (in stappen van 1 seconde).

RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

Voer de tijd in volgens het 12-uurssysteem (in stappen van 1 seconde).

Autom. Timer log-out

Geef op of een gebruiker automatisch moet worden uitgelogd als de gebruiker het apparaat niet gebruikt voor een bepaalde periode na het inloggen.

U kunt met de cijfertoetsen een tijd opgeven tussen 10 en 999 seconden in stappen van één seconde.

Standaardinstelling: [Aan], [180 seconde(n)]

Gedetailleerde instellingen wekelijkse timer

Stel de tijd in waarna het apparaat overschakelt op de uitgeschakelde stand of slaapstand en weer uit deze standen terugkomt. U kunt deze timer dagelijks instellen of voor maandag tot en met zondag. U kunt tot zes timerinstellingen per dag instellen.

Standaardinstelling: [Inactief]

Als u [Actief (dagelijks)] of [Actief (dag van de week)] selecteert, geeft u [Code wekelijkse timer], [Schema wekelijkse timer] of [Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer] op.

  • Code wekelijkse timer

    Als u de wekelijkse timer heeft ingesteld, kunt u een wachtwoord (maximaal 8 cijfers) instellen dat moet worden gebruikt als het apparaat wordt ingeschakeld of uit de slaapstand komt. Als een wachtwoord wordt geregistreerd, zal het invoerscherm voor het wachtwoord verschijnen zodra u de slaapstand annuleert of als u op de aan/uit-knop drukt als het apparaat uit staat. Het apparaat keert terug uit stand-by of wordt ingeschakeld nadat u het wachtwoord heeft ingevoerd. Als u [Uit] selecteert, hoeft u geen wachtwoord in te voeren om het apparaat uit de uitgeschakelde stand of slaapstand te halen.

    Om een wachtwoord te kunnen instellen, moet netwerkbeheerderverificatie ingeschakeld zijn. Voor meer informatie, zie de Veiligheidshandleiding.

  • Schema wekelijkse timer

    • Gebeurtenis

      • Overgaan in slaapstand

      • Wekelijkse timercode annuleren

      • Hoofdschakelaar uit

      • Hoofdschakelaar aan

      • Geen

    Standaardinstelling van "Evenement": [Geen]

    Als u een evenement selecteert, voert u de tijd voor het evenement in "Evenementtimer" in.

    Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

    Voer de tijd in [Evenementtimer] in 24-uurs indeling in.

    RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

    Voer de tijd in [Evenementtimer] in 12-uurs indeling in.

  • Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer

    Stel de datums in voor [Startdatum] en [Einddatum] met de cijfertoetsen.

    Als de timer Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer is ingesteld en de hoofdstroomschakelaar van het apparaat niet is ingeschakeld op de datum die is opgegeven voor [Einddatum] in [Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer], wordt de timer Hoofdstroom aan niet uitgevoerd, hoewel de periode Hoofdstroom aan voor Uitstelperiode timer verloopt. Om de timer Hoofdstroom aan in te schakelen, moet u de hoofdstroomschakelaar handmatig aanzetten.

Eenvoudige instellingen wekelijkse timer

Geef een dag en een tijd op wanneer het apparaat naar en van de uit-modus of slaapmodus schakelt. U kunt deze timer instellen voor maandag tot en met zondag. U kunt tot zes timerinstellingen instellen. Als hier een dag en tijd is ingesteld, wijzigt "Gedetailleerde instellingen wekelijkse timer" in [Actief (dag van de week)] en overschrijft deze instelling het schema van de geselecteerde dag.

Als u een timer selecteert uit [Wekelijkse timer 1] tot en met [Wekelijkse timer 6], kunt u een evenement opgeven in [Evenement].

  • Wekelijkse timer 1-6

    • Gebeurtenis

      • Overgaan in slaapstand

      • Wekelijkse timercode annuleren

      • Hoofdschakelaar uit

      • Hoofdschakelaar aan

      • Geen

Standaardinstelling van "Evenement": [Geen]

Als u een evenement selecteert, geeft u een dag en tijd voor het evenement op in [Evenementtimer].

Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

Voer de tijd in [Evenementtimer] in 24-uurs indeling in.

RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

Voer de tijd in [Evenementtimer] in 12-uurs indeling in.

Tijdzone

Geef de standaardtijd in uw regio op. Het verschil met de internationale standaardtijd kan met behulp van de cijfertoetsen worden ingesteld van -12:00 tot +13:00 in stappen van 1 minuut. Als u wilt schakelen tussen + en - drukt u op [Plus/Min]. Druk op [] en [] om tussen de uren en minuten te schakelen. De wijzigigen worden toegepast nadat het apparaat opnieuw is opgestart.

Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

Standaardinstelling: [Plus1:00]

RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

Stabndaardinstelling: [Min5:00]

Zomertijd

Geef op hoe lang de zomertijd van kracht is en hoe veel uur de klok vooruit moet worden gezet.

Standaardinstelling: [Actief]

Als u [Actief] selecteert, geeft u [Maand], [Week], [Dag van de week] en [Uur] voor de begin- en eindtijd op.

  • Starttijd/Eindtijd

    • Maand

      Selecteer de maand waarin de zomertijd begint/stopt.

      Standaardbegintijd: [Maart]

      Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

      Standaardeindtijd: [Oktober]

      RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

      Standaardeindtijd: [November]

    • Week

      Selecteer de week waarin de zomertijd begint/stopt.

      Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

      Standaardbegintijd: Laatste week

      RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

      Standaardbegintijd: [2nd]

      Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

      Standaardeindtijd: Laatste week

      RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

      Standaardeindtijd: [1st]

    • Dag van de week

      Selecteer de dag van de week waarop de zomertijd begint/stopt. Als u [5th] heeft geselecteerd voor de [Week] en de opgegeven dag van de week niet in de 5e week bestaat, wordt de dag van de week als de dag van de 4e week opgegeven.

      Standaardinstelling: [Zondag]

    • Uur

      Geef met behulp van de cijfertoetsen het uur op waarop de zomertijd begint/stopt, in stappen van één uur.

      Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

      Standaardbegintijd: [0 sec.]

      RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

      Standaardbegintijd: [2]

      Regio A pictogram(voornamelijk Europa)

      Standaardeindtijd: [1]

      RegionB icon(voornamelijk in Noord-Amerika)

      Standaardeindtijd: [2]

    • Offset

      Geef de tijd op dat de klok vooruit moet worden gezet voor de zomertijd. De tijd kan met behulp van de cijfertoetsen worden ingesteld tussen 0:00 en 9:50 in stappen van één minuut.

      Standaardinstelling: [1:00]

Opmerking