Koptekst overslaan
 

Apparaatinformatie beheren

VOORZICHTIG


  • Houd SD-kaarten of USB-memorysticks buiten bereik van kinderen. Als een kind per ongeluk een SD-kaart of USB-memorystick inslikt, moet u onmiddellijk een dokter raadplegen.

De apparaatinformatie kan worden ingesteld door een beheerder die toegangsrechten heeft voor het beheer van apparaten, gebruikers, netwerken en bestanden.

De apparaatinformatie kan worden geëxporteerd naar een extern apparaat als een informatiebestand met apparaatinformatie. Door een geëxporteerd informatiebestand met apparaatinstellingen te importeren naar het apparaat, kunt u het gebruiken als een back-upbestand voor het herstellen van de apparaatinstellingen.

Tevens kunt u, door de informatie over de apparaatinstellingen te beheren vanaf de server, de instellingen regelmatig toepassen (importeren) op het apparaat.

Gegevens die geïmporteerd en geëxporteerd kunnen worden

  • Kopieerapparaat/Document Server eigenschappen

  • Printereigenschappen

  • Scannereigenschappen

  • Browserinstellingen

  • Programma (doc.server)

  • Programma (Kopieerapparaat)

  • Program. (Scanner)

  • Instell. Web Image Monitor

  • Instellingen Web Service

  • Systeeminstellingen

  • Aanpassingsinstellingen beginscherm

Gegevens die niet geïmporteerd of geëxporteerd kunnen worden

  • Sommige Systeeminstellingen *1 *2

*1 Instellingen voor datum, instellingen die apparaatcertificaten nodig hebben en instellingen die voor elk apparaat moeten worden aangepast (zoals instellingen voor het aanpassen van afbeeldingen) kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd.

*2 Instellingen die alleen bedoeld zijn voor het uitvoeren van functies en instellingen die alleen bedoeld zijn voor weergave kunnen niet worden geïmporteerd of geëxporteerd.

  • Geavanceerde eigenschapinstellingen

  • Adresboek

  • Programma's (printerfunctie)

  • Gebruikersstempel in Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.

  • Instellingen die kunnen worden opgegeven via telnet

  • @Remote-gerelateerde gegevens

  • Tellers

  • Instellingen die alleen kunnen worden opgegeven via Web Image Monitor of de webservice (zoals instellingen voor Bonjour of SSDP)

Informatie over apparaatinstellingen importeren op de server

Gebruik de apparaatbeheerserver of de webserver.

Zie de handleiding van de apparaatbeheerserver voor informatie over het gebruik van deze server.

Als u de webserver wilt gebruiken, opent u het CSV-bestand met de informatie over de apparaatinstellingen, wijzigt u de gegevens die worden weergegeven onder "ModuleID" in "-" en slaat u deze op op de webserver. Neem contact op met uw verkoopvertegenwoordiger voor meer informatie.

Opmerking

  • De bestandsindeling voor exporteren is CSV.

  • De apparaatconfiguratie van het apparaat dat het bestand met apparaatinstellingen importeert, moet overeenkomen met die van het apparaat dat het bestand met apparaatinstellingen heeft geëxporteerd. Anders kan het bestand met apparaatinstellingen niet worden geïmporteerd.

  • Importeren en exporteren tussen apparaten is alleen mogelijk als het model, de gebruiksregio en de volgende apparaatconfiguraties overeenkomen.

    • Invoerlade

    • Uitvoerlade

  • Als de apparaatconfiguratie is gewijzigd, exporteert u het bijgewerkte bestand met apparaatinstellingen.

  • Als er apparaten bestaan met dezelfde apparaatconfiguratie, kunt u hun instellingen overeenkomstig opgeven door hetzelfde bestand met apparaatinstellingen te importeren.

  • Als het beginscherm JPG-afbeeldingsbestanden bevat, worden deze ook geëxporteerd.

  • Als een gebruiker het apparaat bedient, kan er niets geïmporteerd of geëxporteerd worden tot de gebruiker de bewerking voltooit.

  • Tijdens import en export kan het apparaat niet bediend worden.

  • Raadpleeg de handleiding Snel aan de slag voor meer informatie over de behandeling van SD-kaarten.

  • U kunt ook Web Image Monitor gebruiken om de import-, export- en serverinstellingen te configureren.