Gebruik deze functie om de afbeelding op de kopie omhoog, omlaag, naar links of naar rechts te verplaatsen (te verschuiven) om een marge te maken. U kunt in een combinatie van omhoog/omlaag en rechts/links ook schuiven.
Met deze functie kunt u de positie van een afbeelding in de volgende twee richtingen aanpassen:
[] (Boven), [
] (Onder)
Hiermee schuift u in de richting van de voorste of achterste rand van het papier.
[] (Links), [
] (Rechts)
Hiermee schuift u naar links of rechts van het papier.
Druk op [Afdrukpositie aanpassen].
Geef de rechter positie op met [
] of [
].
Geef de onderste positie op met [
] of [
].
Druk op [OK].
U kunt de afbeelding 0 tot 200 mm (0,0 tot 7,9 inch) verschuiven in stappen van 1 mm (0,1 inch).
Als u Stempel en Afdr.positie aanp. samen gebruikt, verandert de stempelpositie niet.
Als u de marge te groot instelt voor het origineel, worden delen van de afbeelding mogelijk niet gekopieerd.
U kunt de instellingen voor Afdr.positie aanp. wijzigen onder [Bewerken] in Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Bewerken.