Koptekst overslaan
 

In deze paragraaf worden de gebruikerstools in het menu Bewerken onder [Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.] beschreven.

Positie aanpassen

Geef de standaardinstelling aan voor Instellen printpositie.

Het aanpassingsbereik ligt tussen 0 en 200 mm en u kunt deze opgeven in stappen van 1 mm.

Standaardinstelling:

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa)

[Rechts 20 mm], [Onder 20 mm]

Regio B pictogram(voornamelijk in Noord-Amerika)

[Rechts 0, 8 inch], [Onder 0, 8 inch]

Randbreedte wissen

Geef de breedte op voor het wissen van de rand.

Standaardinstelling:

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa)

[10 mm]

Regio B pictogram(voornamelijk in Noord-Amerika)

[0,4 inch]

Origineelschaduw wissen in combimodus

In de modus Combineren kunt u opgeven of u een randmarge van 3 mm (0,1 inch) langs alle vier de randen van het origineel wilt wissen.

Standaardinstelling: [Aan]

Scheidingslijn van afbeeldingherhaling

Met de functie Beeld herhalen kunt u één van de volgende instellingen voor scheidingslijnen selecteren: [Geen], [Dekkend], [Onderbroken A], [Onderbroken B] of [Snijlijn].

Afbeelding van scheidingslijn van beeldherhaling

Standaardinstelling: [Geen]

Door effen of onderbroken lijnen te kiezen, kan er een blanco gebied ontstaan van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) breed langs de scheidingslijn.

Scheidingslijn van dubbele kopie

Met de functie Dubbele kopie kunt u één van de volgende instellingen voor scheidingslijnen selecteren: [Geen], [Dekkend], [Onderbroken A], [Onderbroken B] of [Snijlijn].

Afbeelding van Scheidingslijn van dubbele kopie

Standaardinstelling: [Geen]

Door effen of onderbroken lijnen te kiezen, kan er een blanco gebied ontstaan van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) breed langs de scheidingslijn.

Scheidingslijn in combimodus

Met de functie Combineren kunt u één van de volgende instellingen voor scheidingslijnen selecteren: [Geen], [Dekkend], [Onderbroken A], [Onderbroken B] of [Snijlijn].

Afbeelding van Scheidingslijn in combimodus

Standaardinstelling: [Geen]

Door effen of onderbroken lijnen te kiezen, kan er een blanco gebied ontstaan van ongeveer 1,5 mm (0,06 inch) breed langs de scheidingslijn.

Kopieervolgorde in combimodus

U kunt de kopieervolgorde in de modus Combineren instellen op [Van links naar rechts] of [Van boven naar onder].

  • Van links naar rechts

    Afbeelding van kopieervolgorde in combimodus

  • Van boven naar onder

    Afbeelding van kopieervolgorde in combimodus

Standaardinstelling: [Van links naar rechts]

Notatie programmeren/verwijderen

Sla een formaatafbeelding op voor gebruik met Formaat overleggen. U kunt maximaal vier notaties opslaan. Voor meer informatie hoe u een formaat moet programmeren, wijzigen of verwijderen, zie Een notatie opslaan of Een opgeslagen notatie verwijderen.

Marge aanpassing prioriteit

Geef de standaardinstelling op voor de grootte van de marge. U kunt de grootte van de boven- en ondermarge opgeven.

Het aanpassingsbereik ligt tussen 0 en 200 mm en u kunt deze opgeven in stappen van 1 mm.

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa)

Standaardinstellng voor [Boven]: [20 mm]

Standaardinstellng voor [Onder]: [20 mm]

Regio B pictogram(voornamelijk in Noord-Amerika)

Standaardinstellng voor [Boven]: [0,8 inch]

Standaardinstellng voor [Onder]: [0,8 inch]

Formaat Gedeeltelijk kopiëren

Geef de standaardinstelling op voor de beginpositie (Y1) en het kopieerformaat (Y2).

De maat wordt als volgt ingesteld:

  • Type 1

    Regio A pictogram(voornamelijk in Europa)

    Y1: 0 mm tot 14.790 mm, Y2: 210 mm tot 15.000 mm

    Regio B pictogram(voornamelijk in Noord-Amerika)

    Y1: 0,0 tot 582,2 inch, Y2: 8,3 tot 590,5 inch

  • Type 2

    Regio A pictogram(voornamelijk in Europa)

    Y1: 0 tot 29.790 mm , Y2: 210 tot 30.000 mm

    Regio B pictogram(voornamelijk in Noord-Amerika)

    Y1: 0,0 tot 1172,8 inch, Y2: 8,3 tot 1181,1 inch

Opmerking

  • Raadpleeg Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over het wijzigen van Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.