Gebruik deze functie als u maar een bepaalde lengte van het origineel wilt kopiëren.

Definieer de waarden van Y1 en Y2 op het origineel om de lengte op te geven die u wilt kopiëren. Meet de lengte die u wilt opgeven voordat u de instellingen invoert.

Druk op [Bew./Stempel].

Druk op [Afbeelding bewerken].
Druk op [Gedeeltelijk kop.].
Druk op [Y1] en voer daarna met de cijfertoetsen de beginpositie voor het scannen in (de lengte vanaf de hoofdrand van het origineel).

Druk op [
].
Druk op [Y2] en voer met de cijfertoetsen het kopieerformaat in.
Druk op [
].
Druk twee keer op [OK].
![]()
De grootte van de kopie (Y2) moet minstens 210 mm (8,3 inch) zijn. Voor Y2 geeft u de werkelijke lengte op die u wilt kopiëren.
Op Type 1 is de maximale waarde van Y1
Y2 15.000 mm (590,5 inch).
Op Type 2 is de maximale waarde van Y1
Y2 30.000 mm (1181,1 inch).
Op Type 1 verkort, wanneer Y1
Y2 groter is dan 15.000 mm (590,5 inch), het apparaat Y2 om Y1
Y2 kleiner dan het maximum te maken.
Op Type 2 verkort, wanneer Y1
Y2 groter is dan 30.000 mm (1181,1 inch), het apparaat Y2 om Y1
Y2 kleiner dan het maximum te maken.
U kunt de instellingen voor Gedeeltelijk kop. wijzigen onder [Bewerken] in Gebruikerstools. Voor meer informatie, zie Bewerken.