De procedure is gelijk aan die voor programmeren en wijzigen.
Druk op [Faxeigenschappen].
Druk op [Scaninstellingen].
Druk op [Scanform. progr/wijz/verw].
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] is geselecteerd.
Selecteer [Progr. Formaat 1] of [Progr. Formaat 2].
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [].
Telkens wanneer u op [mm] of [inch] drukt, wisselen de eenheden tussen "mm" en "inch".
Als u een lengte invoert en op [mm] of [inch] drukt, wordt de lengte automatisch omgezet in overeenstemming met de meeteenheid (getallen achter de komma worden afgerond). Als u bijvoorbeeld [2], [2] en [0] in millimeters invoert en omschakelt naar "inch", wordt de lengte "8,7 inch" op het display weergegeven. Als u nogmaals op [mm] drukt, wordt "221 mm" getoond.
Selecteer een verticaal formaat.
Het getoonde verticale formaat verschilt afhankelijk van de geselecteerde meeteenheid.
Druk op [OK].
Druk twee keer op [Afsluit.].