Kopieer en sluit de tekst en het patroon voor Gegevensbeveil. voor kopiëren in. Als het document wordt gescand op een apparaat met een kopieerbeveiligingseenheid, wordt de inhoud van het document grijs gemaakt.
Druk op [Bewerken/Kleur].
Druk op [Stempel].
Druk op [Ongeaut. kopieerpreventie].
Druk op [Gegevensbeveiliging voor kopiëren].
Druk op [Effect].
Selecteer het effect van het patroon en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Tekstselectie].
Selecteer de tekst die moet worden ingesloten en druk op [OK].
Wanneer u [Gebruikerstekst] selecteert, drukt u op [Invoeren] en geeft u de tekst op die moet worden ingesloten.
Druk op [Tekstinstellingen].
Geef de benodigde instellingen op in het scherm en druk vervolgens op [OK].
Als u [Puntgrootte], [Teksthoek] of [Ruimte voor Enter] wilt opgeven, drukt u op de toets en vervolgens op [Wijzigen] op het scherm.
Druk twee keer op [OK].
U kunt niet gedeeltelijk teksten- en patronenreeksen aan een document toevoegen.
Gebruik normaal of gerecycled papier met een witheid van ten minste 70%. Het papierformaat moet ten minste B5 JIS (Japanese Industrial Standard), 71/4 × 101/2) of groter zijn.
Duplex kopiëren kan deze functie storen, als resultaat van het feit dat tekst en patronen zichtbaar zijn door het papier.
Om met Gegevensbeveiliging voor kopiëren op een grijze achtergrond te kunnen afdrukken, dient u het apparaat hiervoor te configureren. Voor meer informatie, zie de Veiligheidshandleiding.