Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen, dient u zich aan te melden met een account met printerbeheer. Beheerders en leden van de groep Hoofdgebruikers (Power Users) zijn standaard gemachtigd om printers te beheren.
U kunt de standaard printerinstellingen niet voor individuele gebruikers wijzigen. De instellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen zijn van toepassing op alle gebruikers.
Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].
Het venster [Apparaten en printers] wordt weergegeven.
Klik in Windows 8/8.1 of Windows Server 2012/2012 R2 op [Instellingen] in de pictogrambalk en klik dan op [Configuratiescherm]. Als het dialoogvenster [Configuratiescherm] verschijnt, klik op [Apparaten en printers weergeven].
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op [Printereigenschappen].
Het dialoogvenster [Printereigenschappen] wordt weergegeven.
Als u het dialoogvenster [Printereigenschappen] voor de eerste keer opent nadat u het RPCS-printerstuurprogramma heeft geïnstalleerd, verschijnt er een bevestigingsbericht. Nadat u op [OK] heeft geklikt, verschijnt het dialoogvenster [Printereigenschappen].
Maak de nodige instellingen en klik op [OK].
Instellingen die u hier opgeeft, worden standaard voor alle toepassingen gebruikt.
Zie de Help-functie van het printerstuurprogramma voor meer informatie.