Druk op de [Shift]-knop om te wisselen tussen kleine letters, grote letters en Cyrillische tekens.
Druk herhaaldelijk op de bijbehorende snelkeuzetoets tot de letter van uw keuze verschijnt.
Om extra letters in te voeren, herhaalt u stap 2.
Als de volgende letter die u wilt invoeren, is toegewezen aan dezelfde snelkeuzetoets, beweegt u de cursor door op [] te drukken. Druk vervolgens op de snelkeuzetoets. De cursor beweegt naar rechts en de volgende letter verschijnt op het display.
Toetsenbord type A
Toetsenbord type B
Druk op een van de volgende snelkeuzetoetsen om een basisletter weer te geven. Druk vervolgens op [Snelkeuzetoets 16] om een van de variaties erop te selecteren.
Toetsenbord type C
Met dit type toetsenbord kunt u Poolse, Hongaarse en Tsjechische letters invoeren. Druk op een van de volgende snelkeuzetoetsen om een basisletter weer te geven. Druk vervolgens op [Snelkeuzetoets 16] om een van de variaties erop te selecteren.
Toetsenbord type D
Met dit type toetsenbord kunt u Turkse letters invoeren. Druk op een van de volgende snelkeuzetoetsen om een basisletter weer te geven. Druk vervolgens op [Snelkeuzetoets 16] om een van de variaties erop te selecteren.
Toetsenbord type E
Met dit type toetsenbord kunt u Russische letters invoeren. Druk op de [Shift]-knop om naar de modus Cyrillische tekens te gaan. Om een letter in te voeren, drukt u op de bijbehorende snelkeuzetoets in onderstaande tabel. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de letter van uw keuze verschijnt.
Toetsenbord type F
Met dit toetsenbord kunt u Griekse letters invoeren. Druk op de [Shift]-knop om naar de modus Griekse tekens te gaan. Om een letter in te voeren, drukt u op de bijbehorende snelkeuzetoets in onderstaande tabel. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de letter van uw keuze verschijnt.
Om een teken herhaaldelijk in te voeren, drukt u opnieuw op een snelkeuzetoets.
Om een teken in te voeren, drukt u op [] of [] om de cursor te verplaatsen naar de positie die u wilt invoegen.