Hier worden de instellingen beschreven die gedaan kunnen worden in [Beheerderstools].
Adresboekmanagement
U kunt informatie dat in het adresboek is opgeslagen toevoegen, wijzigen of verwijderen.
Zie Adresboek voor meer informatie.
Progr. / Wijz.
U kunt namen registreren en wijzigen.
Naam
Het is mogelijk een naam, registratienummer en titelselectie te registreren.
Reg.nr.
Verif. info
U kunt gebruikersnamen en wachtwoorden registreren die gebruikt moeten worden bij het versturen van e-mail of bij het versturen van bestanden naar mappen.
Faxinstellingen
U kunt een faxnummer registreren.
E-mailinstellingen
U kunt een e-mailadres registreren.
Mapinformatie
U kunt het protocol, pad, poortnummer en de servernaam registreren.
Verwijderen
U kunt een naam uit het adresboek verwijderen.
Adresboek:Lijst afdrukken
U kunt de bestemmingslijst die in het adresboek is geregistreerd, afdrukken.
Prgr./Wz./Vrw. LDAP Srv.
Door de LDAP-server te registreren, kunt u in het adresboek van de LDAP-server het e-mailadres van een ontvanger opzoeken wanneer u bestanden via e-mail verzendt aan de hand van de scannerfunctie.
Naam
Servernaam
Zoekbasis
Poortnummer
SSL
Verificatie
Zoekvoorwaarden
Zoekopties
Als u een LDAP-zoekopdracht wilt starten, moet u de hieronder opgesomde items instellen. Voor andere voorwaarden moet u uw omgeving controleren en de eventueel benodigde wijzigingen aanbrengen.
Deze functie ondersteunt LDAP-versie 2.0 en 3.0.
Als u de LDAP-server wilt gebruiken, selecteert u [Aan] onder [LDAP zoeken].
LDAP zoeken
Geef op of u de LDAP-server voor zoeken wilt gebruiken of niet.
Standaardinstelling: [Uit].
Als u [Uit] selecteert, dan zal de LDAP-serverlijst niet verschijnen op het zoekscherm.
Testoproep Service
U kunt een testoproep naar het @Remote-center maken. Deze functie is alleen beschikbaar als de @Remote-service ingeschakeld en actief is. Deze functie is niet beschikbaar als [Inlichten status apparaat] of [Diagnostiek op afstand] wordt gebruikt.
Meld status van het apparaat
U kunt een testoproep naar het @Remote-center maken. Deze functie is alleen beschikbaar als de @Remote-service ingeschakeld en actief is. Deze functie is niet beschikbaar als [Inlichten status apparaat] of [Diagnostiek op afstand] wordt gebruikt.
Firmwareversie
U kunt de firmwareversie van het apparaat hier bekijken.
Back-up/herstellen adresb.
Met een USB-flashgeheugen kunt u een back-up maken van het adresboek van het apparaat en die back-upgegevens ook herstellen op het apparaat.
U kunt ook back-ups van het adresboek maken en herstellen met Web Image Monitor. Zie de Help van Web Image Monitor voor meer informatie.
Reservekopie
U kunt een back-up van het adresboek op een USB-flashgeheugen opslaan.
Herstellen
U kunt het back-upexemplaar van het adresboek herstellen vanaf een USB-flashgeheugen.
Indeling
U kunt een USB-flashgeheugen formatteren.
Info Geh.opslagapp. verkrijgen
U kunt de vrije ruimte en de inhoud van het USB-flashgeheugen controleren.
Vaste USB-poort
Bepaalt of hetzelfde printerstuurprogramma kan worden gebruikt voor meerdere printers via USB-verbinding.
Standaardinstelling: [Uit]
Aan
Het printerstuurprogramma dat u op uw computer hebt geïnstalleerd, kan worden gebruikt met elke andere printer die van hetzelfde model is als de printer die oorspronkelijk voor installatie was gebruikt.
Uit
U moet het printerstuurprogramma apart installeren voor afzonderlijke printers, omdat alle printers die niet de oorspronkelijke printer zijn, worden herkend als nieuw apparaat bij aansluiting via USB.
Gebruik van mediasleuf
U kunt opgeven of u gebruikers wilt toestaan om de mediasleuf aan de voorzijde van het apparaat te gebruiken.
U kunt met deze instelling het opslaan van gescande bestanden op een verwijderbaar geheugenopslagapparaat (bijv. een USB-memorystick) verbieden. Daarnaast kunt u ook informatiebestanden met apparaatinstellingen die zijn opgeslagen op een verwijderbaar geheugenopslagapparaat beperken.
Standaardinstelling: [Toestaan]
Toestaan
Verbieden
Device Setting Information
Zie de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over deze functie.
Alle instell. terugzetten
U kunt de apparaatinstellingen weer terug naar de fabriekswaarden zetten. Zorg ervoor dat het apparaat wordt uitgeschakeld en weer wordt ingeschakeld om de instelling te activeren.
Alle instell. terugzetten
U kunt alle apparaatinstellingen naar hun fabriekswaarden terugzetten.
Netwerkinstell. terugzetten
U kunt de netwerkinstellingen van het apparaat naar hun fabriekswaarden terugzetten.
Adresboek wissen
U kunt het adresboek van het apparaat naar de fabriekswaarden terugzetten.
Tijdzone
U kunt de tijdzone aangeven door het tijdsverschil in te voeren tussen uw plaatselijke tijdzone en de standaardtijd (Coordinated Universal Time, UTC). U kunt een cijfer tussen de -1440 en +1440 minuten invoeren.
Gebruikersbeperking
U kunt aangeven of u wel of niet de bediening van het bedieningspaneel wilt beperken door het instellen van een wachtwoord. Zelfs wanneer deze mogelijkheid is ingesteld, is het niet noodzakelijk om het wachtwoord in te voeren wanneer er wordt afgedrukt vanaf een computer of bij het wissen van foutmeldingen.
Voor meer informatie, zie de Veiligheidshandleiding.
Standaardinstelling: [Uit]
Aan
Uit
Diagnostiek op afstand
U kunt een verzoek naar de klantenservice versturen om het apparaat te laten repareren. Deze functie is alleen beschikbaar als de @Remote-service ingeschakeld en actief is. Deze functie is niet beschikbaar als [Testoproep Service] of [Inlichten status apparaat] wordt gebruikt.
Slp.tijd na afdr in En.sp.
Wanneer [Gereed na afdrukken] is ingesteld op [Bed.pan. uit (en.sp.stnd)], kunt u aangeven of het apparaat onmiddellijk na het verlaten van de energiespaarstand in de slaapstand gaat.
Standaardinstelling: [Direct]
Direct
Het apparaat gaat onmiddellijk na het afdrukken in de slaapstand, ongeacht de instellingen van de slaapstand-timer.
Nadat tim.tijd verstr. is
Het apparaat gaat in de slaapstand nadat de tijd aangegeven in Slaapstand is verstreken.
Gereed-status na afdrukken
U kunt aangeven wat het apparaat moet doen als hij afdruktaken ontvangt in de slaapstand.
Standaardinstelling: [Bed. pan. uit (en. sp.stnd)]
Bedieningspaneel aan
Het apparaat zet het bedieningspaneel aan en drukt ontvangen opdrachten af.
Bed.pan. uit (en. sp.stnd)
Het apparaat drukt ontvangen opdrachten af, maar het bedieningspaneel blijft uit.