Koptekst overslaan
 

Een afdrukbestand verzenden met Mac OS X

1Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster [Voorkeursinstellingen] in de oorspronkelijke toepassing van het document.

2Selecteer [Takenlogboek] in het pop-upmenu en configureer de volgende instelling:

  • Gebruiker-ID:

    Voer een gebruiker-ID in.

  • Taaksoort:

    Selecteer een taaksoort.

    Selecteer [Opgeslagen afdruk] om het document in de printer op te slaan en het later met behulp van het bedieningspaneel af te drukken.

    Selecteer [Opslaan en Afdrukken] om het document tegelijkertijd op te slaan en af te drukken.

  • Wachtwoord:

    Voer een wachtwoord in als u een beveiligd afdrukbestand opslaat.

    Voer waar nodig een wachtwoord in bij het opslaan van een opgeslagen afdrukbestand.

  • Bestandsnaam:

    Als u een uitgesteld of opgeslagen afdrukbestand opslaat, geef dan wanneer nodig een bestandsnaam op.

  • Afdruktijd instellen (voor SP 4520DN)

    Als u een uitgesteld afdrukbestand opslaat, geeft dan de tijd op waarop het afdrukken moet starten, indien nodig.

3Wijzig andere afdrukinstellingen indien nodig.

4Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.

Opmerking

  • Zelfs wanneer u de tijd opgeeft waarop een uitgesteld afdrukbestand afgedrukt moet worden in [Adruktijd instellen], drukt de printer het bestand niet af op de ingegeven tijd, maar voert het volgende uit:

    • Als de opgegeven afdruktijd dicht bij de tijd van de klok van de printer ligt, kan het afdrukken meteen beginnen.

    • Als u de printer uitzet, start het afdrukken niet, zelfs niet als het de opgegeven afdruktijd is. Om een document af te drukken waarvan de opgegeven tijd al is verstreken, stelt u [Taken niet afgedr. omdat app. uit was] in op [Aan] op het tabblad [Systeem] onder [Printereigenschappen]. Voor meer informatie, zie Systeem.

    • Als er op het bedieningspaneel een foutmelding wordt weergegeven, wordt het afdrukken niet gestart, zelfs niet op de opgegeven afdruktijd is.