Koptekst overslaan
 

Buitenkant: achteraanzicht

Afbeelding van hoofdeenheid met opsomming van onderdelen

  1. Ventilatiegaten

    De ventilatiegaten zorgen ervoor dat het apparaat niet overhit raakt.

  2. Voeding

    Verbind het netsnoer met de printer. Steek het andere uiteinde in een stopcontact.

  3. Openingshendel achterklep

    Trek aan deze hendel om de achterklep te openen.

  4. Achterklep

    U kunt deze panelen openen om toegang te krijgen tot de behuizing van de printer.

    U kunt via deze klep de fuseereenheid vervangen of de envelophendel instellen.

  5. Ethernetpoort

    Gebruik een netwerkinterfacekabel om de printer op een netwerk aan te sluiten.

  6. USB-poort B

    Sluit de printer met behulp van een USB-kabel aan op de computer.

  7. USB-poort H (Poort die de servicemonteur kan gebruiken)

    Gebruik deze poort niet.

  8. Optionele interfacekaartsleuf

    Optionele interfacekaarten kunnen worden geplaatst.

    Steek een optionele draadloze LAN-interfacekaart of IEEE 1284-interfacekaart in de sleuf.

  9. Sleuven voor geheugenkaarten

    Verwijder de klep en plaats de SD-kaarten.

  10. USB-poort A

    Hierop kunt u externe apparaten zoals een kaartverificatieapparaat, etc., aansluiten.