Koptekst overslaan
 

Configuratie van bekabeld/draadloos netwerk

Configuratie van bekabeld netwerk of Configuratie van draadloos netwerk bevatten de volgende instellingen die geconfigureerd kunnen worden.

Belangrijk

  • Vraag de netwerkbeheerder over de instellingen die moeten worden opgegeven in Configuratie van bekabeld/draadloos netwerk en voer de juiste waarden in.

Profiel

Selecteer het profiel dat u wilt wijzigen of toepassen.

  • Bekabelde instelling 1 - 5 (Configuratie van bekabeld netwerk)

  • Draadloze instelling 1 - 5 (Configuratie van draadloos netwerk)

Als een profiel werd toegepast de laatste maal het apparaat werd gebruikt, dan wordt dat profiel weergegeven als het op dit moment geselecteerde profiel.

SSID (uitsluitend Configuratie van draadloos netwerk)

Geef de SSID op die het draadloze LAN-netwerk identificeert.

  • Selecteer uit de lijst

    Selecteer de SSID uit de lijst van beschikbare draadloze LAN's.

    Druk op de [Pijl-links]- [Pijl-omlaag]- [Pijl-omhoog]-knop om de draadloze LAN te selecteren die u wilt gebruiken en druk vervolgens op de [Enter]-knop.

    De lijst wordt weergegeven in volgorde van de sterkte van de radiosignalen.

  • Voer SSID in

    Voer de SSID rechtstreeks in.

    Druk op [Pijl-omlaag] [Pijl-omhoog] om [Invoeren] te selecteren en druk vervolgens op de [Enter]-knop.

    De SSID kan uit maximaal 32 letters, cijfers en/of symbolen bestaan.

    De SSID is hoofdlettergevoelig.

Verificatiemethode (uitsluitend Configuratie van draadloos netwerk)

Geef de verificatiemethode voor de draadloze LAN op.

  • Netwerkverifcatie

  • Coderingsmethode

  • Tekenset van coderingssleutel

  • Coderingssleutel

  • Sleutelindex

  • 802. 1X-verificatie:

Als "Verificatiemethode" is ingesteld op [WEP], geef dan de sleutelindex op.

Wanneer "Netwerkverificatie" is ingesteld op [WPA-EAP] of [WPA2-EAP] geeft u 802. 1X-verificatie: op.

IP-adres

Geef het IP-adres, subnetmasker en de standaard gatewayinstellingen op voor het apparaat op het netwerk.

  • Configuratiemethode IP-adres

  • IP-adres

  • Subnetmasker

  • Standaard gateway

Als "Configuratiemethode IP-adres" is ingesteld op [Handmatige configuratie], voer dan het IP-adres, het subnetmasker en de standaard gateway in.

DNS-server

Geef de DNS-server op.

  • Configuratiemethode DNS-server

  • Primaire DNS-server

  • Secundaire DNS-server

Als "Configuratiemethode DNS-server" is ingesteld op [Handmatige configuratie], voer dan het IP-adres van de DNS-server in.

Als "Configuratiemethode IP-adres" bij "IP-adres" is ingesteld op [Handmatige configuratie], kunt u "Configuratiemethode DNS-server" voor "DNS Server" niet instellen op [Autom. ophalen].

Proxy-server

Configureer de proxyserver.

  • Proxyserver gebruiken

  • Adres / IP-adres

  • Poort

  • Proxyverificatie gebruiken

  • Gebruikersnaam

  • Wachtwoord

Als "Proxyserver gebruiken" is ingesteld op [Ja], voer dan het IP-adres of de hostnaam en het poortnummer van de proxyserver in.

Als "Proxyverifcatie gebruiken" is ingesteld op [Ja], voer dan de gebruikersnaam en het wachtwoord in.

Dit apparaat ondersteunt alleen basisverificatie als proxyverificatie.