Koptekst overslaan
 

Het signaal controleren

Dit hoofdstuk legt uit hoe u de radiogolfstatus van het apparaat kunt controleren.

Bij gebruik van het apparaat in de infrastructuurmodus kunt u de radiogolfstatus van het apparaat controleren met behulp van het bedieningspaneel.

1Ga naar het oorspronkelijke instellingenscherm.

  • Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel

    Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

  • Bij gebruik van het Smart Operation Panel

    Druk op de [Home]-knop linksboven op het bedieningspaneel. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikersinstellingen] (Operation panel screen illustration) op Home-scherm 4.

2Druk op [Systeeminstellingen].

3Druk op [Interface-instell.].

4Druk op [Wireless LAN].

5Druk op [Signaal wireless LAN].

De radiogolfstatus van het apparaat wordt weergegeven.

6Na de controle van de radiogolfstatus drukt u op [Afsluiten].

7Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.

  • Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel

    Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

  • Bij gebruik van het Smart Operation Panel

    Druk op [Gebruikersinstellingen/Teller] (Operation panel screen illustration) rechts bovenaan het scherm.