Koptekst overslaan
 

Een opgeslagen programma oproepen

U kunt het programma oproepen en het apparaat gebruiken aan de hand van de opgeslagen instellingen.

1Open het scherm [Kopieerapparaat], [Document Server], [Fax] of [Scanner].

2Open het programmascherm.

  • Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel

    Druk op de knop [Programmeren].

    Illustratie van de knop Programmeren

  • Bij het gebruik van het Smart Operation Panel

    Druk op [Herroepen/Progr./Progr. wijzigen] linksonder in het scherm.

3Zorg ervoor dat [Oproepen] is geselecteerd.

4Druk op het nummer van het programma dat u wilt oproepen.

Om een ​​programma waarin een met een wachtwoord beveiligde map is geregistreerd opnieuw op te halen, moet u het wachtwoord invoeren.

Opmerking

  • Alleen programma's met een ernaast, bevatten een programma.

  • Door het programma te gebruiken kunnen de vorige instellingen worden gewist.

  • Als u nog geen bestemmingen of scaninstellingen als programma heeft geprogrammeerd, selecteert u het programmanummer en geeft u de instellingen op.

  • De inhoud van de bestemmingen die zijn geregistreerd in een programma van de scannermodus wordt veranderd als de inhoud van het adresboek wordt gewijzigd.

  • De inhoud van bestemmingen die in een programma van de faxmodus zijn geregistreerd, kan niet worden gewijzigd, zelfs niet als de inhoud van het Adresboek wordt gewijzigd.

  • U kunt bestemmingen niet toevoegen of verwijderen wanneer u het scannermodus-programma opnieuw oproept waarin bestemmingen zijn geregistreerd. Als u bestemmingen wenst te verwijderen, drukt u op de [Reset]-knop om de opgeroepen instellingen te wissen.

  • Als er bestemmingen zijn geregistreerd in een scannermodus-programma dat u heeft opgeroepen, worden bestemmingen niet opgeroepen als [Programma-instelling voor bestemm.] is ingesteld op [Bestemmingen uitsluiten] onder [Scannereigenschappen].