Koptekst overslaan
 

Beheerdersrechten instellen

Als u beheerdersverificatie wilt opgeven, stelt u "Beheerdersverificatiebeheer" in op [Aan]. Indien deze instelling is ingeschakeld, kunnen beheerders alleen de instellingen configureren die aan hen zijn toegewezen.

Gebruik de standaard log-in gebruikersnaam en het standaard wachtwoord wanneer u als beheerder wilt inloggen.

Voor informatie over het in- en uitloggen met beheerdersverificatie, zie Log-inmethode voor beheerder en Uitlogmethode voor beheerder.

Belangrijk

  • Als u "Beheerdersverificatie management" heeft ingeschakeld, moet u de log-in gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheerder niet vergeten. Wanneer u een log-in gebruikersnaam of wachtwoord van de beheerder vergeet, moet een nieuw wachtwoord door de supervisor worden aangemaakt. Voor meer informatie over bevoegdheden van de supervisor, zie Supervisor.

1Ga naar het oorspronkelijke instellingenscherm.

  • Bij gebruik van het standaardbedieningspaneel:

    Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

  • Bij gebruik van het Smart Operation Panel:

    Druk op de [Home]-knop linksboven op het bedieningspaneel. Veeg het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikersinstellingen] (Operation panel screen illustration) op Home-scherm 4.

2Druk op [Systeeminstellingen].

3Druk op [Beheerdertoepassingen].

4Druk op [Pijl-omlaagVolg.].

5Druk op [Beheerdersverificatie management].

Afbeelding van bedieningspaneel

6Druk op de toets [Gebruikersmanagement], [Apparaat management], [Netwerk management] of [Bestandsmanagement] om te selecteren welke instellingen u wilt beheren.

Afbeelding van bedieningspaneel

7Stel "Beheerderverif." in op [Aan].

"Beschikbare instellingen" wordt getoond.

8Selecteer bij "Beschikbare instellingen" de instellingen die u wilt beheren.

Afbeelding van bedieningspaneel

De geselecteerde instellingen zijn nu niet beschikbaar voor gebruikers.

De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het soort beheerder.

Als u beheerdersverificatie voor meerdere categorieën wilt opgeven, herhaalt u stap 6 t/m 8.

9Druk op [OK].

10Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.

  • Bij gebruik van het standaardbedieningspaneel:

    Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

  • Bij gebruik van het Smart Operation Panel:

    Druk op [Gebruikersinstellingen/Teller] (Operation panel screen illustration) rechts bovenaan het scherm.