Dit hoofdstuk legt uit hoe u de radiogolfstatus van het apparaat kunt controleren.
Bij gebruik van het apparaat in de infrastructuurmodus kunt u de radiogolfstatus van het apparaat controleren met behulp van het bedieningspaneel.
Ga naar het oorspronkelijke instellingenscherm.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Bij het gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op de [Home]-knop links boven in het bedieningspaneel. Draai het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikersinstellingen] (
) op het scherm Home 4.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Interface-instellingen].
Druk op [Wireless LAN].
Druk op [Signaal wireless LAN].
De radiogolfstatus van het apparaat wordt weergegeven.
Na de controle van de radiogolfstatus drukt u op [Afsluiten].
Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Bij het gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op [Gebruikersinstellingen/Teller] (
) rechts bovenaan het scherm.