Geef het oorspronkelijke instellingenscherm weer.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Bij het gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op de [Home]-knop links boven in het bedieningspaneel. Draai het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikersinstellingen] () op het scherm Home 4.
Druk op [Systeeminstellingen].
Druk op [Beheerdertoepassingen].
Druk tweemaal op [Volg.].
Druk op [Programmeer/Wijzig/Verwijder LDAP server].
Controleer of [Programmeren/Wijzigen] geselecteerd is.
Selecteer de LDAP-server die u wilt wijzigen.
Wijzig de instellingen waar nodig.
Druk op [OK] na het instellen van elk item.
Druk op [Afsluit.].
Sluit het oorspronkelijke instellingenscherm.
Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Bij het gebruik van het Smart Operation Panel
Druk op [Gebruikersinstellingen/Teller] () rechts bovenaan het scherm.