De functietoetsen configureren

U kunt naar wens functies, programma's enz. toewijzen aan de functietoetsen.

Genummerde illustratie functietoetsen

U kunt functieknop 3 en functieknop 4 gebruiken op een apparaat van type 1, 2 of 3.

Functies die kunnen worden toegewezen aan functietoetsen:

Geïntegreerde softwaretoepassingen
Internetpagina's die met behulp van de browserfunctie opgeslagen zijn als favorieten

Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

Afbeelding van de knop Gebruikersinstellingen

Druk op [Systeeminstellingen].

Zorg ervoor dat het tabblad [Alg. eigensch.] geselecteerd is.

Druk op [Toewijzing functietoets].

Selecteer [Functietoets 1], [Functietoets 2], [Functietoets 3] of [Functietoets 4] waar u een functie aan toe wilt wijzen.

Selecteer een functie en druk op [OK].

Om een toegewezen functie te annuleren, selecteert u [Niet toewijzen] en drukt u op [OK].

Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

Er kan slechts één functie toegewezen worden aan een functietoets.
Het is niet mogelijk om dezelfde functie of hetzelfde programma toe te wijzen aan meerdere functietoetsen.
U kunt deze instellingen ook met Web Image Monitor configureren. Zie de helpfunctie van Web Image Monitor voor meer informatie.
Voor de procedure voor het toevoegen van internetpagina's aan uw favorieten, zie Vaak gebruikte internetpagina's registreren onder uw Favorieten.
Voor meer informatie over het maken van een programma, zie Functies in een programma registreren.