Koptekst overslaan
 

Automatische kleurkalibratie

1Geef het oorspronkelijke instellingenscherm weer.

  • Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel

    Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

    Illustratie Gebruikersinstellingen/Teller-knop

  • Bij het gebruik van het Smart Operation Panel

    Druk op de [Home]-knop links boven in het bedieningspaneel. Draai het scherm naar links en druk vervolgens op het pictogram [Gebruikersinstellingen] (Operation panel screen illustration) op het scherm Home 4.

2Druk op [Onderhoud].

3Druk op [Autom. Kl.kalibr.].

4Druk op [Start].

Om de automatische kleurkalibratie uit te voeren met behulp van de kopieerfunctie, drukt u op [Starten] onder de Kopieerapparaatfunctie. Om de automatische kleurkalibratie uit te voeren met behulp van de printerfunctie, drukt u op [Starten].

5Druk op [Afdr. starten].

  • Wanneer u de automatische kleurkalibratie uitvoert met behulp van de printerfunctie

    Selecteer een testpatroon uit [Testpatroon 1 (600 vermenigvuldiging 600 dpi)], [Testpatroon 2 (1800 vermenigvuldiging 600 dpi)], [Testpatroon 3 (9000 vermenigvuldiging 600 dpi)], [Testpatroon 4 (1200 vermenigvuldiging 1200 dpi)] of [Testpatroon 5 (3600 vermenigvuldiging 1200 dpi)] en druk vervolgens op [Afdr. starten].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

6Plaats het testpatroon op de glasplaat en druk dan op [Scannen starten].

Opmerking

  • Het testpatroon wordt niet gelezen als deze is ingesteld op de ADF.

  • Het testpatroon wordt fagedrukt op A4, 81/2 vermenigvuldiging 11 formaat papier. Als zulke vellen niet beschikbaar zijn, wordt A3 of B4 JIS (Japanese Industrial Standard) gebruikt. Controleer het papier in de papierlade.

  • Stel het testpatroon als volgt in:

    Afbeelding van de instelling van het testpatroon

  • Leg het testpatroon op de glasplaat en leg daar bovenop twee of drie witte vellen van hetzelfde formaat als het testpatroon.