Koptekst overslaan
 

Wanneer u geen faxberichten naar wens kunt verzenden of ontvangen

Verzending/ontvangst

Probleem

Oorzaken

Oplossing

Zowel verzending als ontvangst zijn niet mogelijk.

Het modulaire snoer kan loszitten.

Zorg ervoor dat het modulaire snoer correct is aangesloten. Voor meer informatie over het aansluiten van het modulaire snoer, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

Zowel verzending als ontvangst naar en vanuit specifieke bestemmingen zijn niet mogelijk.

Als de telefoonlijn van de bestemming een andere indeling heeft, kan dit gevolgen hebben voor de snelle communicatie.

Verander de instelling voor "Geef op of de G3-1 naar 3 communicatie overeenkomt met Super G3." in "Uit" in Gebruikersparameters. Voor meer informatie over de instelling, zie Faxen.

Verzending

Probleem

Oorzaken

Oplossing

Document verschijnt blanco aan de andere kant.

Het origineel is ondersteboven geplaatst.

Wanneer het origineel direct op de glasplaat wordt geplaatst, moet de te scannen zijde naar beneden liggen. Wordt het origineel via de ADF ingevoerd, dan moet de te scannen zijde naar boven liggen.

Afgedrukte of verzonden afbeeldingen zijn vlekkerig.

De glasplaat, het scanglas of de geleiderplaat van de ADF is vies.

Maak deze schoon. Voor meer informatie over het reinigen van het apparaat, zie Onderhoud en specificaties. Zorg ervoor dat de inkt of de correctievloeistof droog is voordat u originelen plaatst.

Ontvangst is mogelijk, maar verzending niet.

Er zijn regio's en telefooncentrales waar een kiestoon niet kan worden waargenomen.

Zet bij gebruikersparameters de kiestoondetectie uit. Voor details hierover, zie Faxen.

Verzending is mislukt door fout "maximale e-mailgrootte".

Als het e-mailformaat die op het apparaat is opgegeven, te groot is, dan kan het inernetfaxdocument niet worden verzonden.

Wijzig de instelling voor [Max. E-mailform.] in [Faxeigenschappen]. Voor meer informatie over het maximale e-mailformaat, zie Faxen.

Wanneer u Direct kiezen of Handmatig kiezen gebruikt, verschijnt “Ontvang.” en is verzenden niet toegestaan.

Als het apparaat het formaat van het origineel niet kan waarnemen als u op de [Start]-toets heeft gedrukt, dan is het bezig met een ontvangstbewerking.

Druk op [Scanformaat] onder [Scaninstellingen], selecteer het scanformaat en verzend het document opnieuw.

Als u regelmatig gebruikmaakt van direct kiezen of handmatig kiezen, wordt u geadviseerd in Gebruikersparameters de optie "Documenten ontvangen door op de [Start]-knop te drukken wanneer originelen niet zijn ingesteld" in te stellen op "Uit". Als deze optie is ingesteld op "Uit" wanneer u gebruikmaakt van handmatig kiezen, kunt u niet ontvangen door op de [Start]-knop te drukken. Voor details hierover, zie Faxen.

LAN-faxstuurprogramma werkt niet.

De ingevoerde log-in gebruikersnaam, het log-in wachtwoord of de coderingssleutel voor het stuurprogramma is onjuist.

Controleer uw log-in gebruikersnaam, het log-in wachtwoord of de coderingssleutel voor het stuurprogramma en voer deze juist in. Voor meer informatie over de log-in gebruikersnaam en het wachtwoord en over de coderingssleutel voor het stuurprogramma, raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

LAN-faxstuurprogramma werkt niet.

Er is een hoog beveiligingsniveau ingesteld door de uitgebreide beveiligingsfunctie.

Voor meer informatie over de uitgebreide beveiligingsfunctie raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

Een groepspecificatie was ingesteld voor het onderstaande, maar ontvangst was niet mogelijk.

Ontvangststation van Informatiebox, Doorzenden, Doorzenden van Speciale afzender, E-mailontvangstbericht, E-mailverzendresultaten, routing van e-mail die is ontvangen via SMTP.

Het aantal opgegeven bestemmingen overschrijdt het maximale aantal dat als een groep kan worden opgegeven.

U kunt per groep maximaal 500 bestemmingen opgeven. Controleer of er meer dan het opgegeven aantal zijn geregistreerd in het adresboek. Indien een groep in een andere groep geregistreerd of opgegeven is als ontvangststations 1 tot 5 voor de verzendbox, wordt het verzenden geannuleerd. Er verschijnt echter geen foutmelding.

Ontvangst

Probleem

Oorzaken

Oplossing

  • Bij gebruik van het standaard bedieningspaneel

    Het lampje Bestand ontvangen gaat aan en het ontvangen document wordt niet afgedrukt.

  • Bij gebruik van het Smart Operation Panel

    Het indicatielampje van de fax gaat aan en het ontvangen document wordt niet afgedrukt.

Het apparaat kan niet afdrukken, want het papier of de toner is op.

  • Leg een nieuwe stapel papier in de lade.

  • Vervang de tonercartridge.

Voor meer informatie over Vervangende ontvangst, zie Faxen.

Het apparaat was niet in staat om ontvangen faxdocumenten af te drukken.

[Faxeigenschappen] is geconfigureerd om ontvangen documenten op te slaan.

Druk de faxdocumenten af met een webbrowser of de functie Opgeslagen ontvangstbestand afdrukken. Voor meer informatie over het afdrukken van ontvangen faxdocumenten, zie Faxen.

Het apparaat was niet in staat om ontvangen faxdocumenten af te drukken.

Het papier is op.

Leg een nieuwe stapel papier in de lade. Voor meer informatie over het bijvullen van papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Als u op [Handm. E-mail RX] drukt, verschijnt het bericht “Kan op dit moment geen e-mails ontvangen.”. Er kan dan geen e-mail ontvangen worden.

Het apparaat ontvangt een "e-mailbericht op verzoek" (e-mailverzoek van de beheerder).

Druk na het ontvangen van de e-mail op [Handm.E-mail RX] en probeer het nogmaals.

Afdrukken

Probleem

Oorzaken

Oplossing

De afdruk is scheef.

Wellicht zijn de zijafscheidingen van de lade niet vergrendeld.

Zorg ervoor dat de zijafscheidingen zijn vergrendeld. Voor meer informatie over het instellen van de zijafscheidingen, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

De afdruk is scheef.

Het papier is scheef ingevoerd.

Plaats het papier op de juiste wijze. Voor meer informatie over het bijvullen van papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het maximaal aantal vellen dat in de papierlade zit, overschrijdt de maximale capaciteit van de lade.

Stapel het papier tot aan de limietmarkering op de zijkanten van de papierlade of de markeringen op de papiergeleiders van de handinvoer.

Er treden geregeld papierstoringen op.

De zijafscheiding van de papierlade is te strak ingesteld.

Druk zachtjes tegen de zijafscheiding en stel deze goed in.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het papier is vochtig.

  • Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

  • Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over het juist bewaren van papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het papier is te dik of te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Het kopieerpapier is verkreukeld of is gevouwen/gekreukeld.

Gebruik alleen aanbevolen papier en zorg ervoor dat dit wordt opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over het aanbevolen papier en de juiste manier om dit te op te slaan, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Er wordt bedrukt papier gebruikt.

Plaats geen vellen die al eerder gekopieerd of bedrukt zijn door een ander apparaat.

Er treden geregeld papierstoringen op.

Vellen kleven aan elkaar.

Waaier de vellen grondig voordat u ze plaatst. Helpt dit niet, kijk dan of het lukt wanneer u de vellen één voor één invoert.

Vellen worden samen ingevoerd, met papierstoringen als resultaat.

De pagina's plakken aan elkaar.

Waaier de vellen grondig voordat u ze plaatst. Helpt dit niet, kijk dan of het lukt wanneer u de vellen één voor één invoert.

Kopieerpapier raakt gekreukeld.

Er wordt bedrukt papier gebruikt.

Plaats geen vellen die al eerder gekopieerd of bedrukt zijn door een ander apparaat.

Kopieerpapier raakt gekreukeld.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over onze aanbevelingen voor papieropslag, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Kopieerpapier raakt gekreukeld.

Het papier is te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Randen van de vellen zijn besmeurd.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over onze aanbevelingen voor papieropslag, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Randen van de vellen zijn besmeurd.

U gebruikt papier dat niet wordt aanbevolen.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Afbeeldingen worden slechts gedeeltelijk afgedrukt.

Het papier is vochtig.

Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over onze aanbevelingen voor papieropslag, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

Er verschijnen zwarte lijnen op de afdruk die op de bestemming wordt gemaakt.

De glasplaat, het scanglas of de geleiderplaat van de ADF is vies.

Maak deze schoon. Voor meer informatie over het reinigen van het apparaat, zie Onderhoud en specificaties.

De achtergrond van ontvangen afbeeldingen is vies. De afbeeldingen op de achterkant van de pagina verschijnen op de kopie.

De beeldbelichting is te hoog.

Pas de scandichtheid-instellingen aan. Voor meer informatie over het wijzigen van de belichting, zie Faxen.

De ontvangen afbeelding is te licht.

Wanneer u vochtig, ruw of bewerkt papier gebruikt, kunnen sommige afdrukgebieden niet volledig worden geproduceerd.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Voor meer informatie over het aanbevolen papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

De ontvangen afbeelding is te licht.

De beeldbelichting is te laag ingesteld.

Verhoog de scanbelichting. Voor meer informatie over het wijzigen van de belichting, zie Faxen.

De ontvangen afbeelding is te licht.

Het origineel van de verzonden fax is afgedrukt op te dun papier.

Vraag de afzender om het origineel op dikker papier af te drukken en het opnieuw te faxen.

De afbeelding op de achterzijde van de dubbelzijdige kopieën heeft vage blanke vlekken of is besmeurd.

Missende plekken en vegen worden veroorzaakt door vocht dat uit het papier lekt.

  • Plaats het apparaat niet in omgevingen waar de temperatuur erg laag kan worden.

  • Gebruik papier dat is opgeslagen in een ruimte die voldoet aan de voorschriften voor temperatuur en vochtigheid die wij aanbevelen. Voor meer informatie over onze aanbevelingen voor papieropslag, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

  • Plaats de optionele luchtontvochtigende verwarmer. Neem voor meer informatie over de luchtontvochtigende verwarmer contact op met uw servicevertegenwoordiger.

Overige

Probleem

Oorzaken

Oplossing

Alle faxdocumenten die in het geheugen waren opgeslagen, zijn verdwenen. Dit zijn o.a. de documenten die zijn opgeslagen via Geheugenverzending/-ontvangst, Geheugenbeveiliging of Vervangende ontvangst.

Wanneer er ongeveer een uur voorbij is nadat het apparaat is uitgeschakeld, gaan alle faxdocumenten verloren die in het geheugen zijn opgeslagen.

Indien om deze reden documenten verloren zijn gegaan, wordt bij het aanzetten van het apparaat automatisch een stroomstoringsrapport afgedrukt. Indien faxdocumenten die zijn opgeslagen via Geheugenverzending verloren zijn gegaan, controleer dan de bestemmingen en verstuur de documenten nogmaals. Indien faxdocumenten die zijn ontvangen via het Geheugen, Geheugenbeveiliging of Vervangende ontvangst verloren zijn gegaan, vraag de afzenders dan of ze de documenten opnieuw willen verzenden. Zie Stroomstoringrapport voor meer informatie over het stroomstoringsrapport.

Wanneer er een correct wachtwoord is ingevoerd, kunt u geen documenten afdrukken die verschijnen in het vakje Persoonlijke box of Informatiebox, of opgeslagen documenten verzenden of afdrukken.

Documenten zijn beveiligd door een beveiligingsfunctie als er een aantal keren onjuiste wachtwoorden zijn ingevoerd.

Voor meer informatie over het ontgrendelen van opgeslagen bestanden raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

[Prg.Best.] of [Handm. inv.] wordt niet weergegeven.

Deze functie is niet beschikbaar gemaakt door de geavanceerde beveiligingsfunctie.

Voor meer informatie over verhoogde beveiliging raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

De volgende functies zijn niet beschikbaar: Doorzenden, bestand in de informatiebox opslaan en routeren van e-mail die is ontvangen via SMTP.

Deze functie is niet beschikbaar gemaakt door de geavanceerde beveiligingsfunctie.

Voor meer informatie over verhoogde beveiliging raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

Kan geen bestanden van JPEG-formaat afdrukken met de "E-mail naar afdrukken"-functie.

Alleen JFIF-bestanden zijn af te drukken.

(JFIF is een JPEG subformaat.)

Zorg ervoor dat de bestanden die u probeert af te drukken van JFIF-subformaat zijn.