De status van het apparaat wordt aangegeven door de indicatielampjes op het bedieningspaneel, de statuspictogrammen en de weergegeven berichten. In dit onderdeel wordt de plaats van het indicatielampje voor de [Status controleren]-knop beschreven en wordt er uitgelegd waar de statuspictogrammen en berichten op het bedieningspaneel worden weergegeven.
Meldingen
Berichten worden op het bedieningspaneel weergegeven om de status van het apparaat aan te geven, zoals foutmeldingen en statusmeldingen. Zie Als er berichten worden weergegeven voor meer informatie over de problemen waardoor deze berichten worden weergegeven en de probleemoplossing ervan.
Indicatielampje voor de [Status controleren]-knop
Een lampje is rood of knippert oranje als de gebruiker actie dient te ondernemen. Zie Het indicatielampje voor de [Status controleren]-knop brandt of knippert voor meer informatie over het scherm [Status controleren].
Statuspictogrammen
Een statuspictogram wordt op het bedieningspaneel weergegeven als de gebruiker actie dient te ondernemen, bijvoorbeeld papier toevoegen of een papierstoring oplossen. Zie Er wordt een statuspictogram weergegeven voor meer informatie over de mogelijke statuspictogrammen.