![]()
De functie Duplex kan niet worden gebruikt als u Pap.gewicht 8 gebruikt. Als de functie Duplex is ingesteld, drukt u op [1-z
2-z:B/B] om deze instelling te annuleren.
Geef het gewicht van het papiertype op als u op dik papier kopieert.
Als u wilt kopiëren op papier met Pap.gewicht 6 of Pap.gewicht 7, moet het papiertype opgeven onder Lade Papierinstellingen.
Pap.gewicht 4: 101,0 – 127,4 g/m2 (27,0 lb. bankpost – 46,9 lb. voorblad)
Pap.gewicht 5: 127,5 – 150,0 g/m2 (47,0 – 55,0 lb. voorblad)
Pap.gewicht 8: 256,1 – 300,0 g/m2 (141,1 – 165,0 lb. Index)
Plaats het papier met de bedrukte zijde boven in de handinvoer.
De handinvoer (
) wordt automatisch geselecteerd.
Druk op [
].
Druk op [Papierformaat].
Geef het papierformaat op en druk vervolgens op [OK].
Druk op [Papiertype].
Selecteer een papiergewicht en druk vervolgens twee keer op [OK].

Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop.
![]()
Als u Pap.gewicht 8 hebt geselecteerd, kunnen kopieën niet met de bedrukte kant omlaag worden afgedrukt.
U kunt ook dik papier in de papierladen plaatsen en dit gebruiken voor het maken van kopieën. Geef het papiertype op onder [Lade Papierinstellingen]. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Papierinstellingen.