Koptekst overslaan
 

Als u niet kunt afdrukken

Staat de printer aan?

Controleer of de kabel goed in het stopcontact en de printer is gestoken.

Zet de printer aan.

Blijft de Waarschuwingsindicator rood branden?

Als dit het geval is, leest u de foutmelding op het display en voert u de vereiste handeling uit.

Raadpleeg voor meer informatie Als er berichten worden weergegeven.

Zit er papier in de lade?

Plaats papier in de papierlade of in de handinvoer.

Raadpleeg voor meer informatie Papier plaatsen.

Kunt u een configuratiepagina afdrukken?

Als u geen configuratiepagina kunt afdrukken, is er mogelijk een probleem met de printer. Zet de printer uit en weer aan. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Raadpleeg voor meer informatie Een testafdruk maken.

Is de interfacekabel die de printer met de computer verbindt goed aangesloten?

Sluit de interfacekabel goed aan. Als deze een afsluitring bevat, draait u deze ook vast.

Gebruikt u wel de juiste interfacekabel?

Het type interfacekabel dat u moet gebruiken, is afhankelijk van de computer die u gebruikt. Zorg dat u de juiste interfacekabel gebruikt.

Als de kabel beschadigd of versleten is, moet u deze vervangen.

Knippert het indicatielampje Inkomende gegevens (Data In) of licht deze op na de start van de afdruktaak?

Indien deze niet knippert of brandt, wordt de data niet naar de printer gestuurd.

  • Als de printer via de interfacekabel met de computer is verbonden

    Controleer of de instelling van de poortverbinding juist is.

  • Netwerkverbinding

    Neem contact op met de netwerkbeheerder.

Hoe is de signaalsterkte wanneer u de wireless LAN gebruikt?

  • 802.11 Ad hoc-modus

    Ga naar een plaats waar het signaal goed is of verwijder eventuele obstakels.

  • Infrastructuurmodus

    Controleer de signaalstatus in het menu [Wireless LAN] op het bedieningspaneel. Ga als het signaal slecht is naar een plaats waar het signaal wel goed is of verwijder eventuele obstakels.

Is de printer geïnstalleerd op een plaats waar radiogolven zouden kunnen interfereren?

Als de printer een draadloos LAN (IEEE802.11g/b/n) gebruikt, kunnen radiogolven van magnetrons, mobiele telefoons, industriële apparaten, wetenschappelijke instrumenten of medische instrumenten die hetzelfde frequentiebereik gebruiken en zich in de buurt bevinden, interferentie veroorzaken voor de communicatie van het draadloze LAN.

Schakel magnetrons, mobiele telefoons, industriële apparaten, wetenschappelijke instrumenten of medische instrumenten die van hetzelfde frequentiebereik gebruik maken uit en probeer opnieuw af te drukken. Als het afdrukken lukt, verplaatst u het apparaat naar een plek waar geen interferentie optreedt.