In dit gedeelte worden de parameters besproken die u kunt instellen in [Host interface].
I/O-buffer
U kunt het formaat van de I/O-buffer selecteren. Normaal gesproken is het niet nodig om deze instelling te wijzigen.
Standaardinstelling: [128 KB]
128 KB
256 KB
I/O Timeout
U kunt het aantal seconden instellen dat de computer moet wachten om een afdruktaak te voltooien. Wanneer het afdrukken regelmatig wordt onderbroken door gegevens van andere poorten kunt u de time-outperiode verlengen.
Standaardinstelling: [15 seconden]
10 seconden
15 seconden
20 seconden
25 seconden
60 seconden
Netwerk
U kunt de netwerkinstellingen configureren. Raadpleeg voor meer informatie Configuratie.
Apparaat IPv4 adres
U kunt instellen of het IPv4-adres handmatig of automatisch wordt ingesteld.
Standaardinstelling: [Autom. verkrijgen (DHCP)]
Autom. verkrijgen(DHCP)
Als DHCP is ingeschakeld, kan het IPv4, subnetmaskeradres en gateway-adres niet worden gewijzigd. Schakel DHCP uit om dit te wijzigen. Neem contact op met de beheerder voor meer informatie over de netwerkconfiguratie.
Specificeren
IP-adres
Stel het IPv4-adres handmatig in.
Standaardinstelling: 11.22. 33.44
Subnet M
Stel het subnetmasker handmatig in.
Standaardinstelling: 0.0.0.0
Gateway-adres
Stel het gateway-adres handmatig in.
Standaardinstelling: 0.0.0.0
IPv6 Statusloze inst.
U kunt instellen of de automatische configuratie van een staatloos IPv6-adres in- of uitgeschakeld moet worden.
Standaardinstelling: [Actief]
Actief
Inactief
DHCPv6-instelling
U kunt de DHCPv6-instellingen configureren.
DHCPv6-config.
U kunt opgeven of u DHCPv6 al dan niet wilt inschakelen.
Standaardinstelling: [Inactief]
Actief
Inactief
Bedieningsmodus
U kunt de bedieningsmodus voor DHCPv6 specificeren als [DHCPv6-config.] ingesteld is op [Actief].
Standaardinstelling: [Routerverzoek]
Routerverzoek
IP-adres ophalen
Geen IP-adres ophalen
DNS-serveradres
U kunt selecteren hoe het DNS-serveradres gespecificeerd wordt wanneer [DHCPv6-config.] ingesteld is op [Actief].
Standaardinstelling: [Autom. verkrijgen (DHCPv6)]
Autom. verkrijgen (DHCPv6)
Specificeren
IPsec
Dit is een beveiligingsfunctie. Neem, voor meer informatie over deze functie, contact op met uw beheerder.
Standaardinstelling: [Inactief]
Actief
Inactief
NW-frametype
U kunt het frametype voor NetWare instellen.
Standaardinstelling: [>Automatisch selecteren]
Automatisch selecteren
Ethernet II
Ethernet 802.2
Ethernet 802,3
Ethernet SNAP
Actief protocol
U kunt het actieve protocol instellen.
IPv4
Standaardinstelling: [Actief]
Actief
Inactief
IPv6
Standaardinstelling: [Inactief]
Actief
Inactief
NetWare
Standaardinstelling: [Inactief]
Actief
Inactief
SMB
Standaardinstelling: [Actief]
Actief
Inactief
Ethernetsnelh.
U kunt de netwerksnelheid voor gebruik van de printer instellen. Als er zich een communicatiefout voordoet vanwege compatibiliteitsproblemen met de hub selecteert u een snelheid die geschikt is voor uw netwerkomgeving.
Om het verbruik van netwerkapparaten te verminderen, bedraagt de standaard ethernetsnelheid van de printer tot maximaal 100BASE-TX (100 Mbps). Indien u communicatie met een hogere snelheid nodig hebt, selecteert u [Autom. sel: 1 Gbps inschak] om 1000BASE-T (1Gbps) communicatie in te schakelen.
Standaardinstelling: [Aut. sel: 1 Gbps uitschak]
Autom. sel: 1 Gbps inschak
Aut. sel: 1 Gbps uitschak
10Mbps Half Duplex
10Mbps Full Duplex
100Mbps Half Duplex
100Mbps Full Duplex
IEEE802.1X Ver.(Ethernet)
U kunt IEEE 802.1X ethernetverificatie instellen. Voor meer informatie over verificatie met IEEE 802.1X raadpleegt u de Beveiligingshandleiding.
Standaardinstelling: [Inactief]
Actief
Inactief
Restr.IEEE802.1X Ver.Std.
U kunt standaardinstelling IEEE 802.1X herstellen.
Type LAN
U kunt Ethernet of Wireless LAN selecteren. Dit menu wordt alleen weergegeen als de optionele draadloze LAN-interface-eenheid is geïnstalleerd.
Als ethernet en wireless LAN allebei zijn aangesloten, dan heeft de geselecteerde interface voorrang.
Standaardinstelling: [Ethernet]
Ethernet
Wireless LAN
SSL/TLS Comm. toestaan
U kunt gecodeerde communicatie voor SSL/TLS instellen. Als u [Alleen cijfertekst] instelt, dan moet u het SSL-certificaat voor de printer installeren.
Standaardinstelling: [Cijfertekst prioriteit]
Alleen cijfertekst
Prioriteit cijfertekst
Cijfertekst / Cleartext
Parallelle interface
U kunt de instellingen voor het parallelle interface configureren. Dit menu wordt weergegeven als de IEEE 1284 interfacekaart is geïnstalleerd.
Parallelle tijdsinstelling
U kunt de timing voor de parallelle interface instellen.
Standaardinstelling: [ACK buiten]
ACK binnen
ACK buiten
STB down
Parallelle comm.snelheid
U kunt instellen of u DMA-overdracht gebruikt voor het ontvangen van gegevens.
Standaardinstelling: [Hoge snelheid]
Hoge snelheid
Standaard
Geselecteerd statussignaal
U kunt het niveau van het selectiesignaal van de parallelle interface instellen.
Standaardinstelling: [Hoog]
Hoog
Laag
Invoeraccent
Normaal gesproken hoeft u deze instelling niet te veranderen.
Standaardinstelling: [Inactief]
Actief
Inactief
Bidirectionele comm.
U kunt opgeven of u bidirectionele communicatie wilt in- of uitschakelen.
Standaardinstelling: [Aan]
Aan
Uit
Wireless LAN
U kunt de instellingen voor wireless LAN configureren. Dit menu wordt alleen weergegeen als de optionele draadloze LAN-interface-eenheid is geïnstalleerd.
Eenv. inst. wireless LAN
Stel wireless LAN automatisch in met de Wi-Fi Protected Setup (WPS).
Standaardinstelling: [Druktoets-methode]
Druktoets-methode
PIN-codemethode
Communicatiemodus
U kunt de transmissiemodus instellen voor wireless LAN.
Standaardinstelling: [Infrastructuur modus]
802. 11 Ad-hoc modus
Infrastructuur modus
SSID-instelling
U kunt het SSID instellen om het toegangspunt vast te leggen in [Infrastructuur modus] of [802. 11 Ad-hoc modus].
De tekens die kunnen worden gebruikt zijn ASCII 0x20-0x7e (32 bytes).
Ad-hoc kanaal
U kunt het kanaal instellen om te gebruiken wanneer [802. 11 Ad-hoc modus] geselecteerd is. Stel het kanaal zo in dat het overeenkomt met het gebruikte soort wireless LAN.
Standaardinstelling: [11]
IEEE 802.11b/g Wireless LAN
Frequentiebereik:
2412–2462 MHz (kanaal 1–11)
IEEE 802.11a wireless LAN
Frequentiebereik:
5180–5240 MHz (kanaal 36, 40, 44 en 48)
IEEE 802.11n Wireless LAN
Frequentiebereik:
2412–2462 MHz (kanaal 1–11)
5180–5240 MHz (kanaal 36, 40, 44 en 48)
Beveiligingsmethode
U kunt instellen of u codering wilt inschakelen en welk beveiligingstype gebruikt wordt als de codering ingeschakeld is.
Standaardinstelling: [Uit]
Uit
WEP
Druk op [Details] en voer dan de WEP-sleutel in met hexadecimale en ASCII-karakters.
WPA2
Druk op [Details] en selecteer dan de Verificatiemethode.
Als u WPA2 selecteert, wordt de coderingsmethode ingesteld op CCMP (AES) en dit kan niet gewijzigd worden.
Selecteer een van de volgende verificatiemethoden:
WPA2-PSK, WPA2
Als u WPA2-PSK selecteert, voer dan een wachtwoord in (van 8 tot 63 tekens).
Wireless LAN signaal
U kunt de signaalsterkte controleren tijdens het gebruik van de wireless LAN.
Standaarden herstellen
U kunt de wireless LAN-instellingen terugzetten naar hun standaardwaarden.
USB-instellingen
U kunt de communicatieparameters configureren voor verbinding vanuit de computer naar de printer via USB.
USB snelheid
Standaardinstelling: [>Automatisch selecteren]
Automatisch selecteren
Volle snelheid
Vaste USB-poort
Standaardinstelling: [Uit]
Niveau 1
Niveau 2
Uit
Voor meer informatie over het configureren van instellingen vanuit Web Image Monitor, zie Web Image Monitor Help.