Druk op [Kleurkalibratie] op het scherm [Onderhoud: Afbeelding].
Voor meer informatie over toegang tot [Onderhoud: Afbeelding], zie Weergave van de printerconfiguratie-schermen op het bedieningspaneel.
Druk op [] om van scherm te veranderen.
Druk op [Instelling resetten].
Druk op [OK].
Het bevestigingsbericht verschijnt na voltooing. Druk op [Afsluiten].
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].