Gebruik, nadat u de interface-eenheid van de wireless LAN hebt geïnstalleerd, de volgende procedure om de verbinding van de wireless LAN te controleren.
Controleer of het LED-lampje op de interface-eenheid van de wireless LAN brandt.
Als de printer is aangesloten op een operationeel netwerk en normaal communiceert, brandt het onderste oranje indicatielampje.
Als de wireless LAN-eenheid stroom krijgt, brandt het bovenste groene indicatielampje.