Koptekst overslaan
 

Aansluiten op de gigabit ethernetinterface

In dit gedeelte vindt u uitleg over hoe u de ethernet-interfacekabel op de gigabit ethernetpoort aansluit.

VOORZICHTIG


  • Voor gebruikers buiten Noord-Amerika: goed afgeschermde en geaarde kabels en stekkers moeten voor aansluiting op een hostcomputer (en/of randapparatuur) worden gebruikt om in overeenstemming te zijn met de stralingslimieten.

  • Voor gebruikers buiten Noord-Amerika: er moet een goed afgeschermde kabel met gedraaide kabelparen (STP-kabel) gebruikt worden voor aansluiting op een hostcomputer (en/of randapparatuur) om in overeenstemming te zijn met de FCC-stralingslimieten.

Belangrijk

  • Als de hoofdstroomschakelaar ingeschakeld is, schakel deze dan uit.

  • Gebruik de volgende ethernetkabels.

    • Bij gebruik van 100BASE-TX/10BASE-T:

      Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Azië)

      Unshielded Twisted Pair-kabel (UTP) of Shielded Twisted Pair-kabel (STP) en Categorie type 5 of hoger

      STP-kabel en categorietype 5 of hoger

    • Bij gebruik van 1000BASE-T:

      Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Azië)

      Unshielded Twisted Pair-kabel (UTP) of Shielded Twisted Pair-kabel (STP) en Categorie type 5e of hoger

      Afgeschermde gedraaide paarkabel (STP) en categorietype 5e of hoger

1Sluit de meegeleverde ferrietkern aan op de gigabit ethernetkabel.

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Azië)

Maak lussen op 5 cm (1) vanaf het uiteinde van elke ethernetkabel en bevestig, zoals wordt afgebeeld, de meegeleverde ferrietkernen aan op elke lus.

Afbeelding van een Ethernet-kabel met ferrietkern

2Zorg ervoor dat de stroom uitgeschakeld is.

3Sluit de ethernet-interfacekabel aan op de gigabit ethernetpoort.

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Azië)

Afbeelding van het aansluiten van de ethernetkabel

4Sluit het andere uiteinde van de ethernet-interfacekabel aan op een aansluitapparaat van het netwerk, bijvoorbeeld een hub.

5Schakel de hoofdschakelaar van de printer in.

Afbeelding van een gigabit ethernetpoort illustratie met nummers en benoemingen

  1. Indicatielampje (oranje)

    Als 100BASE-TX in bedrijf is, licht de LED oranje op. Als 10BASE-T in bedrijf is of de printer niet is aangesloten op het netwerk, brandt de LED niet.

  2. Indicatielampje (groen)

    Als 10BASE-T in bedrijf is, licht de LED groen op. Als 100BASE-TX in bedrijf is of de printer niet is aangesloten op het netwerk, brandt de LED niet.

  3. Indicatielampjes (zowel oranje als groen)

    Beide LED-lampjes gaan branden wanneer 1000BASE-T in gebruik is.

Opmerking

  • Gebruik een ethernet-interfacekabel die "Ethernetsnelheid" ondersteunt. Als u [Autom. selecteren] selecteert voor "Ethernet snelheid", dient u een ethernet-interfacekabel te gebruiken die 1000BASE-T ondersteunt.

  • Controleer het type stekker voordat u deze aansluit.

  • Trek niet met kracht aan de aangesloten kabel. Controleer of de kabel juist is aangesloten. Anders kan deze losraken of kan er iemand over struikelen.

  • Het gebruik van een kabel met enkele stekkers of convertors kan leiden tot een onjuiste verbinding.

  • Voor informatie over het aanzetten van de hoofdstroomschakelaar, zie Het apparaat uitzetten.

  • Voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma van de printer raadpleegt u de Installatiehandleiding stuurprogramma.