De kleuren kunnen verslechteren als u de printer hebt verplaatst, hebt afgedrukt op dik papier of enige tijd achter elkaar hebt afgedrukt. Door een automatische afbeeldingsinstelling uit te voeren, kunt u de optimale afdrukkwaliteit weer herstellen.
Druk op [Afbeeldingsbelichting aanpassen] op het scherm [Onderhoud: Afbeelding].
Voor meer informatie over toegang tot het scherm [Onderhoud: Afbeelding], zie Weergave van de printerconfiguratie-schermen op het bedieningspaneel.
Druk op [
] om van scherm te veranderen.
Druk op [Lichter] of [Donkerder] om de belichtingsdichtheid aan te passen en druk vervolgens op [OK].
Voer een waarde in tussen -3 en 3.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].