Koptekst overslaan
 

De papierinvoereenheid bevestigen

VOORZICHTIG


  • De printer weegt ongeveer 73 kg (161,0 lb.).

  • Er zijn vier of meer personen nodig om de printer te verplaatsen. Houd de handvatten aan weerszijden goed vast en til de printer dan op. Wanneer u de printer onzorgvuldig optilt of laat vallen, kan dit letsel veroorzaken.

Belangrijk

  • Wanneer u meerdere opties bevestigd, moet u de papierinvoereenheid eerst bevestigen.

Optieconfiguraties

De onderstaande tabel laat de mogelijk configuraties van de printer en de opties zien.

Afbeelding van papierinvoereenheid

  1. Printer + papierinvoereenheid voor 1100 vellen

  2. Printer + papierinvoereenheid voor 2000 vellen

  3. Printer + papierinvoereenheid voor 1100 vellen + papierinvoereenheid voor 1200 vellen

    Raadpleeg uw verkoops- of servicevertegenwoordiger voor de bevestiging van de papierinvoereenheid voor 1200 vellen.

  4. Printer + papierinvoereenheid voor 2000 vellen + papierinvoereenheid voor 1200 vellen

    Raadpleeg uw verkoops- of servicevertegenwoordiger voor de bevestiging van de papierinvoereenheid voor 1200 vellen.

De procedure is hetzelfde voor alle eenheden. De papierinvoereenheid voor 1100 vellen wordt als voorbeeld gebruikt.

1Controleer de inhoud van het pakket.

  • Inhoud pakket voor papierinvoereenheid voor 1100 vellen

    illustratie inhoud papierinvoereenheid met genummerde onderdelen

    1. Papierinvoereenheid voor 1100 vellen

    2. Steunen (2)

    3. Schroeven (3)

  • Inhoud pakket voor papierinvoereenheid voor 2000 vellen

    illustratie inhoud papierinvoereenheid met genummerde onderdelen

    1. Papierinvoereenheid voor 2000 vellen

    2. Steunen (2)

    3. Schroeven (3)

2Schakel de printer uit en trek het netsnoer uit het stopcontact.

3Verwijder de verpakking van de papierinvoereenheid.

4Trek het handvat aan de rechterzijde van de printer naar buiten.

Illustratie van de printer

5Til de printer op aan de handgrepen aan weerszijden van de printer.

Illustratie van de printer

Ten minste vier personen moeten de printer optillen.

6Breng de voorzijde van de printer in lijn met de voorzijde van de papierinvoereenheid en laat de printer langzaam zakken.

Plaats de eenheid zodanig dat deze goed op zijn plaats wordt gehouden door de verticale pennen.

Illustratie van de printer

7Duw het handvat dat u uit de printer heeft getrokken op zijn oorspronkelijke plaats terug.

8Trek lade 2 van de printer langzaam naar buiten tot deze niet meer verder kan, til dan de voorzijde van de lade licht omhoog en trek deze helemaal naar buiten.

Illustratie van de printer

Plaats de lade op een vlak oppervlak.

9Steek een schroef in het gat aan de linkerzijde van de lade-opening om deze aan de papierinvoereenheid vast te maken.

Draai de schroef goed vast met behulp van een muntstuk.

Illustratie van de printer

10Til de voorzijde van de papierlade omhoog en schuif de lade voorzichtig in de printer tot deze niet verder kan.

Illustratie van de printer

11Bevestig twee beugels op de achterzijde van de eenheid met de twee overgebleven schroeven.

Draai de schroeven goed vast met behulp van een muntstuk.

Illustratie van de printer

12Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.

13Druk de configuratiepagina af om na te gaan of de eenheid op de juiste manier is bevestigd.

Opmerking

  • Druk de configuratiepagina af om na te gaan of de optionele papierinvoereenheid goed is bevestigd en controleer "Bevestigde apparatuur" op de configuratiepagina. Als de eenheid correct is bevestigd, wordt het volgende weergegeven:

    • Papierinvoereenheid voor 1100 vellen: Onderste papierladen

    • Papierinvoereenheid voor 2000 vellen: Lade 3 (LCT)

  • Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Een testafdruk maken.

  • Als de optionele papierinvoereenheid niet correct is geïnstalleerd, herhaal dan de procedure vanaf het begin. Als de kaart ook bij een nieuwe installatiepoging niet correct kan worden geïnstalleerd, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

  • Als het afgedrukte gebied niet goed geplaatst is tijdens het afdrukken vanuit de papierinvoereenheidd, pas de afdrukpositie dan aan. Voor meer informatie over het aanpassen, zie Als de afdrukpositie verandert.

  • Om de papierinvoereenheid te gebruiken, configureert u de printeropties in "Accessoires" in het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over "Accessoires", zie de Installatiehandleiding stuurprogramma.