Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
Druk op [Log-in].
Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].
Druk op [
] of [
] om [Systeeminstel.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [Interface-instell.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [IEEE 802.11] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [Gedet. inst.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.
Druk op [
] of [
] om [User Password] weer te geven en druk vervolgens op [OK].
Voer het wachtwoord in en druk vervolgens op de [OK]-toets.