Koptekst overslaan
 

Eerste setup

Als u het apparaat voor de eerste keer aanzet, zal er een menu worden weergegeven op het display waarin u de instellingen die hieronder staan, kunt configureren. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de eerste setup kunt voltooien.

Belangrijk

  • Selecteer het land van gebruik. Een verkeerde landselectie kan leiden tot het mislukken van de faxtransmissie.

  • regio-b (voornamelijk Noord-Amerika): de faxnummercode is vereist onder internationaal recht. U kunt faxapparaten niet legaal op het telefoonnet aansluiten als er geen faxnummercode is geprogrammeerd. Voor alle pagina's die naar of vanuit de V.S. worden verzonden, moet de faxcode en de datum en tijd van verzending in de koptekst worden opgenomen.

Taal van het display

De taal die u hier selecteert, wordt gebruikt voor het display.

  1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

    Illustratie van de toets Gebruikersinstellingen

  2. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Taal] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  3. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om de gewenste taal te selecteren en druk daarna op de [OK]-knop.

  4. Druk op de [Escape]-knop.

Faxnummer van de gebruiker

Het nummer dat u hier invoert, wordt gebruikt als het faxnummer van het apparaat. In een gebruikersfaxnummer mag u cijfers, spatie en "+" gebruiken.

  1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

  2. Druk op [Log-in].

  3. Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].

  4. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Faxeigensch.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  5. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Algemene inst./Aanpassen] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  6. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Faxinformatie programmeren] weer te geven, en druk vervolgens op [OK].

  7. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Eigen faxnummer] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  8. Voer een gebruikersfaxnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk vervolgens op [OK].

  9. Druk op de [Escape]-knop.

Gebruikersnaam

De naam die u hier invoert, wordt gebruikt als de naam van de afzender van de fax.

  1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

  2. Druk op [Log-in].

  3. Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].

  4. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Faxeigensch.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  5. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Algemene inst./Aanpassen] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  6. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Faxinformatie programmeren] weer te geven, en druk vervolgens op [OK].

  7. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Faxkoptekst] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  8. Voer de gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens) en druk vervolgens op [OK].

    Voor meer informatie over het invoeren van tekens, zie Tekens invoeren.

  9. Druk op de [Escape]-knop.

Landinstellingen

Het land dat hier wordt geselecteerd, wordt gebruikt om de schermnotatie van taal en meeteenheid te configureren.

  1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

  2. Druk op [Log-in].

  3. Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].

  4. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Faxeigensch.] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  5. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Country Setting] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  6. Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om het gewenste land te selecteren en druk vervolgens op [OK].

  7. Druk op de [Escape]-knop.

Datum en tijd

De tijd en datum die hier worden ingevoerd, worden voor de interne klok van het apparaat gebruikt.

  • Datum

    Jaar, maand, dag

  • Tijd

    Uur, minuut, seconde

    Tijdnotatie: 24 uur

  1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

  2. Druk op [Log-in].

  3. Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].

  4. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Systeeminstel.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  5. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Timerinstell.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  6. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Datum instellen] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  7. Geef de datum op en druk op [OK].

  8. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Tijd instellen] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  9. Geef de tijd op en druk op [OK].

  10. Druk op de [Escape]-knop.

De tijdzone instellen

U kunt de tijdzone van het apparaat instellen op een waarde tussen UTC-12:00 en UTC+13:00.

  1. Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].

  2. Druk op [Log-in].

  3. Voer het log-inwachtwoord in en druk vervolgens op de knop [OK].

  4. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Systeeminstel.] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  5. Druk op [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Beheerderstoepassingen] weer te geven en druk vervolgens op de [OK]-knop.

  6. Druk op de toets [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] om [Set Time Zone] weer te geven en druk vervolgens op [OK].

  7. Geef de tijd op.

  8. Druk op [+] of [-] om de tijdzone in te stellen en druk op [OK].

  9. Druk op de [Escape]-knop.

Opmerking

  • Als de [Faxkoptekst afdr.]-instelling is ingeschakeld, worden het faxnummer van de gebruiker, de gebruikersnaam en de tijd en datum van de verzending in de koptekst van elke fax die u stuurt, weergegeven. Voor meer informatie over [Faxkoptekst afdr.], zie Faxkoptekst afdrukken.