De modus wijzigen
U kunt schakelen tussen de kopieer-, scan- en faxmodi door op de relevante knoppen te drukken. Als u dit doet, brandt de knop die u hebt ingedrukt. Op het bedieningspaneel wordt het beginscherm van de geselecteerde modus weergegeven.
Functieprioriteit
Als het apparaat opnieuw wordt gestart door [Automatische reset systeem] of wordt uitgeschakeld en weer ingeschakeld, wordt het apparaat gereset en worden de begininstellingen hersteld. U kunt de begininstellingen van het apparaat opgeven via [Functieprioriteit] in [Alg. eigensch.] onder [Systeeminstel.]. Het kopieerdisplay is als standaardscherm ingesteld wanneer het apparaat wordt aangezet.
U kunt tijdens de beginsetup niet tussen modi schakelen.
Om een functie uit te voeren via het bedieningspaneel drukt u eerst op de functieknop om het juiste functiescherm weer te geven.
Als u op een [Programmeren]-knop drukt, wordt het geprogrammeerde item dat overeenkomt met de selectieknop weergegeven. Door het registreren van veelgebruikte functies onder de [Programmeren]-knop, kunt u direct naar die functies gaan door op de overeenkomende knoppen te drukken.
Als er een printerfout optreedt terwijl er een andere functieknop brandt dan de [Printer]-knop, druk dan op de [Printer]-knop om de foutmelding te bekijken.
