Koptekst overslaan
 

Bedieningspaneel

De bedieningspanelen die in de afbeeldingen worden weergegeven in deze handleiding komen niet geheel overeen met het bedieningspaneel van de SG 3100SNw. De afbeeldingen tonen namelijk de bedieningspanelen van SG 3110SFNw.

illustratie bedieningspaneel met genummerde onderdelen

  1. Snelkiestoetsen

    Druk hierop om een scan- of faxbestemming te selecteren via de als snelkeuze opgeslagen invoer in het adresboek.

  2. [Pauze/Redial]-knop (uitsluitend SG 3110SFNw)

    • Pauze

      Druk op deze knop om een pauze in een faxnummer in te voegen. De pauze wordt weergegeven door "-".

    • Herhalen

      Druk op deze knop om de meest recente bestemmingen weer te geven. Dit apparaat kan maximaal 10 faxbestemmingen en één scanbestemming opslaan.

  3. [Direct kiezen]-knop (uitsluitend SG 3110SFNw)

    Druk hierop om de status van de bestemming te testen als u een fax stuurt.

  4. [Adresboek]-knop

    Druk hierop om een scan- of faxbestemming uit het Adresboek te selecteren.

  5. [Afdrukkwaliteit]-knop

    Druk hierop om de scankwaliteit voor de huidige taak te selecteren.

    • Kopieermodus: u kunt het item "Origineeltype" instellen op: "Tekst", "Foto" of "Tekst/Foto". U kunt de "Afdrukkwaliteit" instellen op "Hoge snelheid", "Standaard" of "Hoge kwaliteit". U kunt ook "Temporally Envelope Mode" opgeven.

    • Scannermodus: selecteer de resolutie.

    • Faxmodus: kies uit Standaard, Detail, Fijn of Foto.

  6. [Gebruikersinstellingen]-knop

    Druk hierop om het menu weer te geven voor het configureren van de systeeminstellingen van het apparaat.

  7. [Scanner]-toets

    Druk hierop om naar de scannermodus te gaan. De knoppen blijven branden zolang het apparaat zich in de scannermodus bevindt.

  8. [Kopieerapparaat]-toets

    Druk hierop om naar de kopieermodus over te schakelen. De knop blijft branden zolang het apparaat zich in de kopieermodus bevindt.

  9. [Programma]-knop

    Druk hierop om naar de programmamodus te gaan. De knop blijft branden zolang het apparaat zich in de programmamodus bevindt. Het programma dat door deze functie wordt uitgevoerd is geregistreerd vanuit het hulpprogramma voor apparaatinstellingen of de Web Image Monitor.

    Zie voor meer informatie over de registratie van sets opgegeven instellingen Device Setting Utility gebruiken.

  10. Scherm

    Geeft de huidige status en meldingen van het apparaat weer.

  11. Scroll-toetsen

    Druk hierop om de cursor in de richting te verplaatsen die wordt aangegeven door elke scrolltoets.

    Als het apparaat stand-by staat, druk dan op de [Pijl-omlaag]-toets en houd deze langer dan 3 seconden vast om de printkoppen van alle kleuren schoon te maken.

  12. Cijfertoetsen

    Gebruik deze knoppen om cijfers in te voeren als u instellingen opgeeft zoals faxnummers en kopieeraantallen. U kunt ze ook gebruiken om letters mee in te voeren als u namen opgeeft.

  13. [Wis/Stop]-knop

    • Terwijl het apparaat een taak aan het verwerken is, drukt u hierop om de huidige taak te annuleren.

    • Bij het configureren van het apparaat drukt u hierop om de huidige instelling te annuleren.

    • Terwijl het apparaat in stand-bymodus staat, drukt u hierop om de tijdelijke instellingen zoals beeldbelichting of resolutie te annuleren.

  14. [B&W Start]-knop

    Druk hierop om in zwart-wit te scannen of te kopiëren of om een fax te versturen.

  15. [Aan/uit]-knop

    Druk hierop om het apparaat in te schakelen. De knop blijft branden. Om het apparaat uit te schakelen, drukt u opnieuw op deze knop. Zie Het apparaat aan-/uitzetten.

  16. [Color Start]-knop

    Druk hierop om in kleur te scannen of te kopiëren.

  17. [OK]-toets

    Druk hierop om de instellingen te bevestigen of om naar het volgende niveau in de menustructuur te gaan.

  18. [Escape]-knop

    Druk hierop om de laatste bewerking te annuleren of om het vorige niveau van de menustructuur af te sluiten.

  19. Inkomende gegevens-indicatielampje

    Dit lampje knippert als het apparaat een afdruktaak ontvangt en blijft tijdens het afdrukken branden.

  20. Selectietoetsen

    Druk op de toets die overeenkomt met een item dat in de onderste regel van het scherm wordt getoond om deze te selecteren.

  21. Waarschuwingsindicator

    Dit lampje blijft rood branden bij één van de volgende omstandigheden:

    • Inkt raakt op

    • Papierstoring

    • Open klep

    • SC-fout

    • Applicatiefout

    De SG 3110SFNw piept als het lampje brandt. Het volume van de piep kan worden ingesteld op vijf verschillende niveaus. De standaardinstelling is [Medium].

    Als er een foutmelding wordt weergegeven, lees het bericht dan op het bedieningspaneel en volg de instructies. Foutmeldingen en statusberichten op het display.

  22. Knop [ID-kaart kopiëren]

    Druk hierop om naar het menu te gaan voor de instellingen van het kopiëren van een ID-kaart.

    Als het kopiëren voltooid is, verschijnt het beginscherm.

  23. [Printer]-knop

    Druk hierop om naar de printmodus te gaan. De knop blijft branden zolang het apparaat zich in de printmodus bevindt.

  24. [Fax]-knop (uitsluitend SG 3110SFNw)

    Druk hierop om naar de faxmodus over te schakelen. De knop blijft branden zolang het apparaat zich in de faxmodus bevindt.

  25. [Belichting]knop

    Druk hierop om de beeldbelichting aan te passen voor de huidige taak. Kies uit vijf verschillende belichtingsniveaus.

  26. [Reduce/Enlarge]-knop

    Druk hierop om de verhouding van het vergroten/verkleinen in stappen van 1% of vaste verhouding te wijzigen.

  27. [Shift]-knop

    Druk hierop om te schakelen tussen Snelkiestoets 1 t/m 10 en 11 t/m 20 als u een scan- of faxbestemming opgeeft via Snelkiestoetsen.