Koptekst overslaan
 

Berichten die op het bedieningspaneel worden weergegeven wanneer de scannerfunctie wordt gebruikt

In dit gedeelte worden de meest waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor de foutberichten gegeven die verschijnen op het bedieningspaneel. Indien er een bericht verschijnt dat hier niet wordt beschreven, volg dan de aanwijzingen in het bericht.

Meldingen

Oorzaken

Oplossing

“Verificatie van de bestemming is mislukt. Controleer instellingen. Om huid. status te contr., druk op [Status gescande bestanden].”

De ingevoerde gebruikersnaam of het ingevoerde wachtwoord was ongeldig.

  • Controleer of de gebruikersnaam en het wachtwoord correct zijn.

  • Controleer of de ID en het wachtwoord voor de bestemmingsmap correct zijn.

  • Een wachtwoord van 128 of meer tekens kan wellicht niet herkend worden.

“Kan niet comm. met pc. Neem contact op met beheerder.”

WSD (Apparaat) protocol of WSD (Scanner) protocol is uitgeschakeld.

Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het in- en uitschakelen van het WSD-protocol.

“Origineel formaat is niet herkenbaar. Selecteer scanformaat.”

Het formaat van het origineel op de glasplaat is geen standaardformaat.

  • Plaats het origineel op de juiste manier.

  • Geef het scanformaat op.

  • Wanneer u een origineel direct op de glasplaat plaatst, dan schakelt het optillen/laten zakken van de ADF het automatische detectieproces origineelformaat in. Til de ADF onder een hoek van 30 graden of meer op.

“Kan het specifieke pad niet vinden. Controleer a.u.b de instellingen.”

De naam of mapnaam van de bestemmingscomputer is ongeldig.

Controleer of de computernaam en de mapnaam voor de bestemming correct zijn.

“Kan het specifieke pad niet vinden. Controleer a.u.b de instellingen.”

Een antivirusprogramma of een firewall voorkomt dat het apparaat verbinding kan maken met uw computer.

  • Antivirusprogramma's en firewalls kunnen voorkomen dat clientcomputers een verbinding maken met dit apparaat.

  • Gebruikt u antivirussoftware, voeg het programma dan toe aan de uitzonderingenlijst in de toepassingsinstellingen. Raadpleeg de helpfunctie van de antivirussoftware voor meer informatie over het toevoegen van programma's aan de uitzonderingenlijst.

  • Registreer het IP-adres van het apparaat in de IP-adres vrijstellingsinstellingen van het apparaat, om te voorkomen dat een firewall de verbinding blokkeert. Voor meer informatie over het vrijstellingsprocedure van een IP-adres, zie de helpfunctie van uw firewall.

“Kan niet starten met scannen omdat de communicatie is mislukt.”

Het scanprofiel is niet ingesteld op de clientcomputer.

Stel het scanprofiel in. Voor meer informatie hoe u dit doet, zie Scannen.

“Kan niet starten met scannen omdat de communicatie is mislukt.”

De instelling [Geen actie ondernemen] is geselecteerd op de client computer, waardoor de computer van de client gedwongen inactief blijft wanneer er scangegevens ontvangen worden.

Open de scannereigenschappen, klik op het tabblad [Gebeurtenissen] en selecteer vervolgens [Dit programma starten] als het antwoord van de computer op de ontvangst van scangegevens. Zie voor meer informatie de helpfunctie van uw besturingssysteem.

“Het scannen kan niet starten. Controleer de instelling(en) op de pc.”

Het Scanprofiel is misschien onjuist geconfigureerd.

Controleer de configuratie van het Scanprofiel.

“Kan niet schrijven naar het geheugenopslagapparaat. Controleer het geheugenopslagapparaat en de apparaatinstellingen.”

Het geheugenopslagapparaat is defect of de bestandsnaam bevat een teken dat niet gebruikt kan worden.

  • Controleer of het geheugenopslagapparaat defect is.

  • Controleer het geheugenopslagapparaat. Mogelijk is het ongeformatteerd of het formaat is niet compatibel met dit apparaat.

  • Controleer de bestandsnaam die werd ingesteld bij het scannen. Voor meer informatie over de tekens die gebruikt kunnen worden bij bestandsnamen, zie Scannen.

“Kan niet schrijven naar het geheugenopslagapparaat omdat er onvoldoende ruimte beschikbaar is.”

Het geheugenopslagapparaat is vol. De scangegevens kunnen niet opgeslagen worden. Zelfs wanneer het geheugenopslagapparaat voldoende ruimte lijkt te hebben, kunnen gegevens mogelijk niet opgeslagen worden wanneer het maximale aantal opgeslagen bestanden overschreden wordt.

  • Vervang het geheugenopslagapparaat.

  • Wanneer een document als een enkelzijdige pagina is gescand of verdeeld is over meerdere pagina's, worden gegevens in het geheugenopslagapparaat opgeslagen zoals deze zijn. Vervang het geheugenopslagapparaat en druk op [Opn. proberen] om de resterende gegevens op te slaan of druk op [Annuleren] om de scan opnieuw te doen.

“Kan niet schrijven naar het geheugenopslagapparaat omdat het apparaat beschermd is tegen schrijven.”

Het geheugenopslagapparaat is beschermd tegen schrijven.

Schakel de schrijfbescherming op het geheugenapparaat uit.

“Het afgevangen bestand heeft max. aantal pag. per bestand overschreden. Kan de gescande gegevens niet verzenden.”

Het maximale aantal pagina's per bestand is overschreden.

Verminder het aantal pagina's in het verzonden bestand en verzend het bestand dan opnieuw. Voor meer informatie over het maximale aantal pagina's per bestand, zie Scannen.

“Verbinding met de LDAP server is mislukt. Contr. server status.”

Er is een netwerkfout opgetreden en de verbinding is mislukt. Probeer het nogmaals.

  • Probeer de bewerking opnieuw uit te voeren. Wordt het bericht nog steeds weergegeven, dan kan het zijn dat het netwerk overbezet is.

  • Controleer of de juiste instellingen voor de LDAP-server worden weergegeven in [Beheerdertoepas.] van [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over de LDAP-server, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

“De gegevens konden niet verzonden worden, omdat de pc op stand-by overschakelde voordat deze verzonden konden worden.”

Er vond een time-out plaats bij het gebruik van de WSD-scanner. Dit gebeurt wanneer er te veel tijd verstrijkt tussen het scannen van een origineel en het verzenden van de bijbehorende gegevens. Een time-out kan door het volgende veroorzaakt worden:

  • Te veel originelen per set.

  • Onjuist ingevoerde originelen.

  • Verzenden van andere taken.

  • Reduceer het aantal originelen en voer de scan opnieuw uit.

  • Verwijder het onjuist ingevoerde origineel en voer de scan opnieuw uit.

  • Gebruik het Scannerlogboek om te controleren of er te verzenden taken zijn en voer het scannen vervolgens nogmaals uit.

“Ingevoerde gebruikerscode is niet juist. Voer opnieuw in.”

U heeft een onjuiste gebruikerscode ingevoerd.

Controleer de verificatie-instellingen en voer dan een correcte gebruikerscode in.

“Max. formaat van e-mail overschreden. Verzenden e-mail is geannuleerd. Controleer [Max.E-mailform.] in Scannereigenschappen.”

De grootte van het bestand per pagina heeft de in [Scannereigenschappen] opgegeven maximale e-mailgrootte overschreden.

Wijzig de faxinstellingen als volgt:

  • Verhoog de limiet voor de grootte van e-mails in [Max. E-mailform.].

  • Wijzig de instelling [E-mail delen & verzenden] in [Ja (per pagina)] of [Ja (per max. formaat)]. Voor meer informatie over deze instellingen, zie Scannen.

“Max. aant. result. om weer te gev. overs. Max.: n”

De n wordt vervangen door een cijfer.

Er zijn meer zoekresultaten dan het maximale aantal dat kan worden weergegeven.

Voer de zoekopdracht opnieuw uit nadat u de zoekvoorwaarden heeft gewijzigd.

“Max. gegevens capaciteit overschreden. Controleer scanresoluties, druk opnieuw op Starttoets.”

De gescande gegevens overschrijden de maximale gegevenscapaciteit.

Geef nogmaals de scangrootte en -resolutie op. Let erop dat het wellicht niet mogelijk is om zeer grote originelen met een hoge resolutie te scannen. Voor meer informatie over de instellingen voor de scanfunctie, zie Scannen.

“Max. gegevens capaciteit overschreden. Controleer de scanresolutie en reset originelen”

Het gescande origineel overschrijdt de maximale gegevenscapaciteit.

Geef nogmaals de scangrootte en -resolutie op. Let erop dat het wellicht niet mogelijk is om zeer grote originelen met een hoge resolutie te scannen. Voor meer informatie over de instellingen voor de scanfunctie, zie Scannen.

“Max.aant.alfanumerieke karakters voor het pad overschreden.”

Het maximale aantal op te geven alfanumerieke tekens in een pad is overschreden.

Het maximale aantal tekens dat kan worden ingevoerd voor het pad is 256. Controleer het aantal tekens dat u heeft ingevoerd en voer het pad dan nogmaals in.

“Max. aant. alfanumerieke karakters voor het pad overschreden.”

Het maximale aantal in te voeren alfanumerieke tekens is overschreden.

Zorg ervoor dat het maximale aantal tekens dat u wilt invoeren niet te groot is en voer het opnieuw in. Voor meer informatie over het maximaal aantal tekens dat u kunt invoeren, zie Scannen.

“Overschrijdt het max. aantal bestanden dat tegelijkertijd kan worden verzonden. Verminder aantal geselect. best.”

Het aantal bestanden overschrijdt het maximale mogelijke aantal.

Verminder het aantal bestanden en verzend ze opnieuw.

“Max. aantal bestanden dat tegelijk gebr. kan worden op de Document Server is overschreden.”

Het maximum aantal bestanden dat kan worden opgeslagen in de Document Server is overschreden.

Controleer de bestanden die door de andere functies zijn opgeslagen en verwijder vervolgens onnodige bestanden. Voor meer informatie over het verwijderen van bestanden, zie Kopiëren / Document Server.

“Max. aantal pag. per best. overschr. Wilt u de gescande pagina's opslaan als 1 bestand?>”

Het bestand dat is opgeslagen heeft het maximum aantal pagina's voor één bestand overschreden.

Geef aan of u de gegevens wilt opslaan of niet. Scan de pagina's die niet zijn gescand en sla ze als een nieuw bestand op. Voor meer informatie over het opslaan van bestanden, zie Scannen.

“Max. aant. stand-by best. overschr. Prob. opnieuw nadat gegevensverz. is voltooid.”

Het maximum aantal stand-by bestanden is overschreden.

Er staan 100 bestanden in de verzendrij voor e-mail, Scan to Folder of bezorgingsfuncties. Wacht totdat deze bestanden zijn verzonden.

“Max. aantal opgeslagen bestanden is overschreden. Kan gescande gegevens niet versturen, omdat het afvangen van bestanden niet beschikbaar is.”

Er staan teveel bestanden in de wachtrij om te worden bezorgd.

Probeer het opnieuw nadat ze zijn bezorgd.

“Max. paginacap. per bestand overschr. Druk op [Verzenden] om gesc. geg. te verz., of druk op [Annuleren] om te verwijderen.”

Het aantal gescande pagina's overschrijdt de maximale paginacapaciteit.

Selecteer of u de gegevens wilt verzenden die al zijn gescand.

“Max. paginacap. per bestand overschr. Druk op [Schrijven] om gescande gegevens naar het geheugenopslagapparaat te schrijven of druk op [Annuleren] om te verwijderen.”

De scan kon niet voltooid worden, omdat het maximale aantal pagina's dat door dit apparaat gescand kan worden, overschreden werd tijdens het schrijven naar het geheugenopslagapparaat.

Verminder het aantal documenten dat u naar het geheugenopslagapparaat wilt schrijven en probeer het opnieuw.

“Maximum aantal opgesl. best. wordt overschreden. Verwijder alle onnodige bestanden.”

Er staan teveel bestanden in de wachtrij om te worden bezorgd.

Probeer het opnieuw nadat ze zijn bezorgd.

“Tijdlim. zoeken naar LDAP server overschr. Contr. server status.”

Er is een netwerkfout opgetreden en de verbinding is mislukt.

  • Probeer de bewerking opnieuw uit te voeren. Wordt het bericht nog steeds weergegeven, dan kan het zijn dat het netwerk overbezet is.

  • Controleer of de juiste instellingen voor de LDAP-server worden weergegeven in [Beheerdertoepas.] van [Systeeminstellingen]. Voor meer informatie over de LDAP-server, zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen.

“LDAP server verificatie is mislukt. Contr. instellingen.”

De gebruikersnaam en het wachtwoord zijn anders dan degene die voor LDAP-verificatie zijn ingesteld.

Voor meer informatie over LDAP-verificatie raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

“Geheugen is vol. Kan niet scannen. Gescande gegev. zullen worden verwijderd.”

Omdat er onvoldoende harde schijfruimte was, kon de eerste pagina niet worden gescand.

Probeer één van de volgende maatregelen:

  • Wacht even en probeer de scanbewerking dan opnieuw.

  • Verklein het scangebied of verminder de scanresolutie. Voor meer informatie over het wijzigen van het scangebied en de scanresolutie, zie Scannen.

  • Verwijder onnodige opgeslagen bestanden. Voor meer informatie over het verwijderen van opgeslagen bestanden, zie Scannen.

“Geheugen is vol. Wilt u het gescande bestand opslaan?”

Omdat er voor opslag in de Document Server niet genoeg vrije ruimte is op de harde schijf in het apparaat, kon een aantal pagina's niet worden gescand.

Geef op of u de gegevens wilt gebruiken of niet.

“Geheugen is vol. Druk op [Schrijven] om de huidige gescande gegevens naar het geheugenopslagapparaat te schrijven, of druk op [Annuleren] om te verwijderen.”

De scan kon niet voltooid worden, omdat er te weinig geheugen beschikbaar was op de harde schijf tijdens het opslaan op het geheugenopslagapparaat.

Selecteer of u het gescande document wel of niet wilt opslaan op het geheugenopslagapparaat.

“Geheugen is vol. Het scannen is geannuleerd. Druk op [Verzenden] om gesc. geg. te verz., of druk op [Annuleren] om te verwijderen.”

Omdat er niet genoeg vrije ruimte is op de harde schijf in het apparaat voor bezorging of verzending van e-mail tijdens opslag in de Document Server, kon een aantal pagina's niet worden gescand.

Geef op of u de gegevens wilt gebruiken of niet.

“Geheugenopslagapparaat niet gedetecteerd. Voer het apparaat in.”

Er is geen geheugenopslagapparaat geplaatst.

Plaats een geheugenopslagapparaat of controleer of het geheugenopslagapparaat juist geplaatst is de mediasleuf.

“Geen papier. Plts pap. van één van volg. form.”

Er is geen papier ingesteld in de opgegeven papierlade.

Plaats papier met de formaten die in het bericht worden weergegeven. Voor meer informatie over het bijvullen van papier, zie Papierspecificaties en papier bijvullen.

“Origineel wordt al door een andere functie gescand.”

Een functie van het apparaat (niet de scannerfunctie) wordt gebruikt als de kopieerfunctie.

Annuleer de taak die momenteel wordt verwerkt. Druk bijvoorbeeld op [Afsluiten] en vervolgens op de [Home]-knop. Druk vervolgens op het pictogram [Kopieerapparaat] in het [Home]-scherm en druk vervolgens op de [Stop]-knop. Bij de melding “Stop is ingedrukt. Kopiëren en andere afdruktaken die verwerkt werden en die gestopt konden worden, zijn uitgesteld. Om door te gaan met kopiëren en afdrukken, druk op [Doorgaan], om kopiëren te annuleren, druk op [Kopiëren annuleren]. Om overige uitgestelde taken te verwijderen, druk op [Takenlijst].” drukt u op [Kopiëren annul.].

“Uitvoer buffer is vol. Verzending is geannuleerd. Probeer het later nog eens.”

Er staan teveel taken in stand-by status en het verzenden is geannuleerd.

Probeer opnieuw te verzenden nadat het verzenden van de taken in de stand-by status is voltooid.

“SMTP verificatie e-mailadres en e-mailadres beheerder komen niet overeen.”

Het SMTP-verificatie e-mailadres en het e-mailadres van de beheerder komen niet overeen.

Zie Het apparaat aansluiten / Systeeminstellingen voor meer informatie over het instellen van SMTP-verificatie.

“Scanlogboek is vol. Controleer Scaneigenschappen.”

"Afdr. & verw. Scanlogboek" in [Scannereigensch.] is ingesteld op [Niet afdr: Verz. uitschak.] en het scanlogboek is vol.

Druk het scanlogboek af of verwijder het. Raadpleeg de handleiding Scannen voor meer informatie over Scannereigenschappen.

“Geselect. bestand is momenteel in gebruik. De bestandsnaam kan niet gewijzigd worden.”

U kunt de naam niet wijzigen van een bestand met de status "Wachten..." of van een bestand dat is bewerkt met DeskTopBinder.

Annuleer de verzending ("Wachten..." status gewist) of de DeskTopBinder-instelling en wijzig vervolgens de bestandsnaam.

“Geselect. bestand is momenteel in gebruik. Het wachtwoord kan niet gewijzigd worden.”

U kunt het wachtwoord niet wijzigen van een bestand met de status "Wachten..." of van een bestand dat is bewerkt met DeskTopBinder.

Annuleer de verzending ("Wachten..." status gewist) of de DeskTopBinder-instelling en wijzig vervolgens het wachtwoord.

“Geselect. bestand is momenteel in gebruik. Gebr.naam kan niet gewijzigd worden.”

U kunt de naam niet wijzigen van een afzender wiens status "Wachten..." is of die is bewerkt met DeskTopBinder.

Annuleer de verzending ("Wachten..." status gewist) of de DeskTopBinder-instelling en wijzig vervolgens de gebruikersnaam.

“Het verzenden van de gegevens is mislukt. Gegevens worden later opnieuw verz.”

Er is een netwerkfout opgetreden en een bestand is niet correct verzonden.

Wacht even met versturen, want er wordt automatisch geprobeerd om de gegevens opnieuw te versturen na de vooraf ingestelde interval. Als het verzenden nog steeds mislukt, neem dan contact op met uw beheerder.

“Bevat enkele ongeldige bestemmingen. Wilt u alleen geldige bestemmingen selecteren?”

De opgegeven groep bevat een aantal e-mailbestemmingen en Scan to Folder-bestemmingen. Deze zijn beide niet compatibel met de opgegeven verzendingsmethode.

Druk op [Selecteren] in het bericht dat na iedere verzending verschijnt.

“Sommige geselect. best. zijn momenteel in gebruik. Ze kunnen niet verwijderd worden.”

U kunt geen bestand verwijderen dat in de wachtrij staat voor verzending (de "Wachten..." status wordt weergegeven) of waarvan de informatie is gewijzigd met DeskTopBinder.

Annuleer de verzending ("Wachten..." status gewist) of de DeskTopBinder-instelling en verwijder vervolgens het bestand.

“Sommige pagina's zijn bijna leeg. Om te annuleren, druk op de toets Stop.”

De eerste pagina van het document is bijna blanco.

De blanco zijde van het origineel is mogelijk gescand. Controleer of u uw originelen juist geplaatst heeft.

“De ingevoerde bestandsnaam bevat ongeldige tekens. Voer de bestandsnaam weer in met gebruik van de volgende 1-bit tekens. "0 tot 9", "A tot Z", "a tot z", ". - _"”

De bestandsnaam bevat een teken dat niet gebruikt kan worden.

Controleer de bestandsnaam die werd ingesteld bij het scannen. Voor meer informatie over tekens die gebruikt kunnen worden bij bestandsnamen, zie Scannen.

“De ingevoerde bestandsnaam bevat ongeldige tekens. Voer de bestandsnaam weer in met gebruik van de volgende 1-bit tekens. "0 tot 9", "A tot Z", "a tot z", ". - _"”

De bestandsnaam bevat een teken dat niet gebruikt kan worden.

Controleer de bestandsnaam die werd opgegeven bij het scannen. In de functie 'Scanbestanden naar mappen verzenden', mag de opgegeven bestandsnaam de volgende tekens niet bevatten:

\ / : * ? " < > |

De bestandnaam kan niet beginnen of eindigen met een punt (.).

“De geselect. best. bevat best. zonder toegangsprivileges. Alleen best. met toegangspriv. zullen worden verwijderd.”

U heeft geprobeerd bestanden te verwijderen zonder dat u over de vereiste bevoegdheden beschikt.

Raadpleeg de Veiligheidshandleiding om te controleren of u over de rechten beschikt om opgeslagen documenten te openen en om documenten te verwijderen.

“Doorzenden is mislukt. Onvoldoende geheugen in de harde schijf van de bestemming. Om huid. status te contr., druk op [Status gescande bestanden].”

Verzending is mislukt. Er was niet genoeg vrije ruimte op de harde schijf van de SMTP-server, FTP-server of clientcomputer op de bestemming.

Wijs voldoende ruimte toe.

“Doorzenden is mislukt. Om huid. status te contr., druk op [Status gescande bestanden].”

Terwijl er een bestand werd verzonden, is er een netwerkfout opgetreden en kon het bestand niet correct verzonden worden.

Wanneer het bericht opnieuw verschijnt nadat u opnieuw hebt gescand, kan de oorzaak een gemengd netwerk zijn of anders doordat netwerkinstellingen gewijzigd werden tijdens een WSD scanoverdracht. Neem voor meer informatie over netwerkfouten contact op met uw beheerder.

“Bijwerken bestemmingslijst mislukt. Opnieuw proberen?”

Er is een netwerkfout opgetreden.

  • Controleer of de server is aangesloten.

  • Antivirusprogramma's en firewalls kunnen voorkomen dat clientcomputers een verbinding maken met dit apparaat.

  • Gebruikt u antivirussoftware, voeg het programma dan toe aan de uitzonderingenlijst in de toepassingsinstellingen. Raadpleeg de helpfunctie van de antivirussoftware voor meer informatie over het toevoegen van programma's aan de uitzonderingenlijst.

  • Registreer het IP-adres van het apparaat in de IP-adres vrijstellingsinstellingen van het apparaat, om te voorkomen dat een firewall de verbinding blokkeert. Voor meer informatie over het vrijstellingsprocedure van een IP-adres, zie de helpfunctie van uw firewall.

“Bestemmingslijst wordt bijgewerkt... Een ogenblik geduld a.u.b. Geselecteerde bestemmingen en/of namen zijn gewist.”

Een opgegeven bestemming of afzendernaam is gewist toen de bestemmingslijst in de bezorgingsserver werd bijgewerkt.

Geef de bestemming of de afzendernaam opnieuw op.

“Bestemmingslijst wordt bijgewerkt... Een ogenblik geduld a.u.b. Geselecteerde bestemmingen en/of namen zijn gewist.”

De bestemmingslijst wordt bijgewerkt vanuit het netwerk met Web Image Monitor.

Wacht totdat het bericht verdwenen is. Zet het apparaat niet uit terwijl dit bericht wordt weergegeven. Afhankelijk van het aantal bij te werken bestemmingen, kan er enige vertraging ontstaan voordat u verder kunt gaan. Terwijl dit bericht wordt weergegeven, kunt u het apparaat niet gebruiken.

“U heeft niet de privileges om deze functie te gebruiken.”

De aangemelde gebruiker is niet gemachtigd om de geselecteerde functie te gebruiken.

Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het instellen van gebruikersrechten.

“Max. gegevens capaciteit overschreden.”

“Controleer de resolutie en de ratio en druk weer op Start.”

De te scannen gegevens zijn te groot voor de ratio die opgegeven is in [Specif. formaat].

Verminder de resolutie of de waarde bij [Specif. formaat] en probeer het origineel vervolgens opnieuw te scannen.

“Het formaat van de gescande gegevens is te klein.”

“Controleer de resolutie en de ratio en druk weer op Start.”

De te scannen gegevens zijn te klein voor de ratio die opgegeven is in [Specif. formaat].

Geef een hogere resolutie of een groter formaat op bij [Specif. formaat] en probeer het origineel vervolgens opnieuw te scannen.

“De afbeelding wordt niet helemaal gescand.”

Als de schaalfactor bij [Geef reproductieratio op] te groot is, kan een deel van de afbeelding verloren gaan.

Verminder de schaalfactor bij [Geef reproductieratio op] en probeer het origineel vervolgens opnieuw te scannen.

Als de afbeelding niet volledig moet worden weergegeven, drukt u op de [Start]-knop om het scannen te starten met de huidige schaalfactor.

“De afbeelding wordt niet helemaal gescand.”

Wanneer u [Geef reproductieratio op] gebruikt om de schaal van een groot document te verkleinen, kan een deel van de afbeelding verloren gaan.

Geef een groot formaat op bij [Specif. formaat] en probeer het origineel vervolgens opnieuw te scannen.

Als de afbeelding niet volledig moet worden weergegeven, drukt u op de [Start]-knop om het scannen te starten met de huidige schaalfactor.

“Controleer de richting van het origineel.”

Afhankelijk van een combinatie van items, zoals de opgegeven schaalfactor en het documentformaat, kunnen documenten soms niet worden gescand.

Wijzig de richting van het origineel en probeer het origineel vervolgens opnieuw te scannen.

“Het apparaatcertificaat van de PDF digitale handtekening is verlopen. Het bestand kan niet verzonden worden.”

Het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) is verlopen.

Er moet een nieuw apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over hoe u het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) moet installeren.

“XXX kan niet YYY, omdat het apparaatcertificaat van de digitale PDF-handtekening ongeldig is.”

XXX en YYY geven aan welke actie de gebruiker moet ondernemen.

Het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) is verlopen.

Er moet een nieuw apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over hoe u het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) moet installeren.

“Het apparaatcertificaat van PDF digitale handtekening is niet geldig. Het bestand kan niet verzonden worden.”

Er is geen apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) of het certificaat is ongeldig.

Er moet een nieuw apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over hoe u het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) moet installeren.

“XXX kan niet YYY, omdat er een probleem is met het apparaatcertificaat van de digitale PDF-handtekening. Controleer het apparaatcertificaat.”

XXX en YYY geven aan welke actie de gebruiker moet ondernemen.

Er is geen apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) of het certificaat is ongeldig.

Er moet een nieuw apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor meer informatie over hoe u het apparaatcertificaat (PDF met digitale handtekening) moet installeren.

“XXX kan niet YYYY, omdat er een probleem is met het apparaatcertificaat gebruikt voor de S/MIME-handtekening. Controleer het apparaatcertificaat.”

XXX en YYY geven aan welke actie de gebruiker moet ondernemen.

Er is geen apparaatcertificaat (S/MIME) of het certificaat is ongeldig.

Er moet een nieuw apparaatcertificaat (S/MIME) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het installeren van het apparaatcertificaat (S/MIME).

“XXX kan niet YYY, omdat het apparaatcertificaat gebruikt voor S/MIME-ondertekening niet geldig is.”

XXX en YYY geven aan welke actie de gebruiker moet ondernemen.

Het apparaatcertificaat (S/MIME) is verlopen.

Er moet een nieuw apparaatcertificaat (S/MIME) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het installeren van het apparaatcertificaat (S/MIME).

“De verzending kan niet uitgevoerd worden, omdat het certificaat gebruikt voor de S/MIME-handtekening niet geldig is.”

Het apparaatcertificaat (S/MIME) is verlopen.

Er moet een nieuw apparaatcertificaat (S/MIME) geïnstalleerd worden. Raadpleeg de Veiligheidshandleiding voor details over het installeren van het apparaatcertificaat (S/MIME).

“De bestemming kan niet geselecteerd worden, omdat het certificaat niet geldig is.”

Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen.

Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

“De groepsbestemming kan niet geselecteerd worden, omdat die een bestemming bevat met een certificaat dat niet geldig is.”

Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen.

Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

“Verzending kan niet plaatsvinden, omdat het certificaat voor codering niet geldig is.”

Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen.

Er moet een nieuw gebruikerscertificaat geïnstalleerd worden. Voor meer informatie over het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.