In dit onderdeel wordt beschreven hoe een bestemming kan worden opgegeven met behulp van de volgende toetsen:
Snelkiestoetsen
Gebruik deze om bestemmingen op te geven die als snelkeuzebestemmingen zijn geregistreerd.
[Pauze/Herhaal]-knop
Druk hierop om de laatst gebruikte bestemming op te geven als de bestemming voor de huidige taak.
De sneltoetsen gebruiken
Druk op de sneltoets waaronder de gewenste snelkeuzebestemming is geregistreerd.
Druk op de [Shift]-knop om snelkeuzebestemmingen te gebruiken met nummer 11 t/m 20.
De [Pauze/Herhaal]-knop gebruiken
Druk op de [Pauze/Herhaal]-knop om de laatst gebruikte bestemming te selecteren.
Als u een scanbestemming opgeeft, zullen de scaninstellingen van het apparaat automatisch worden gewijzigd aan de hand van de informatie die voor die bestemming in het Adresboek wordt geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen via het bedieningspaneel wijzigen.
De [Pauze/Herhaal]-knop werkt niet voor de eerste scantaak als het apparaat net is ingeschakeld.
Om bestemmingen te selecteren die niet als snelkeuzebestemmingen zijn geregistreerd, gebruikt u de [Adresboek]-knop.
Voor meer informatie over het opgeven van bestemmingen via de [Adresboek]-knop, zie Basisbewerkingen voor Scannen naar E-mail/FTP/Map.