Koptekst overslaan
 

Enveloppen plaatsen in de handinvoer

In de volgende paragraaf wordt uitgelegd hoe u enveloppen plaatst in de handinvoer.

VOORZICHTIG


  • De binnenkant van de printer wordt heel heet. Raak geen onderdelen die de volgende waarschuwing bevatten "" (duidt op een heet oppervlak).

Belangrijk

  • Zorg dat u voor het afdrukken op enveloppen de hendels aan de achterkant van de printer, achter de achterklep, laat zakken om te voorkomen dat de enveloppen verkreukeld naar buiten komen. Zet de hendels ook weer terug in hun oorspronkelijke positie na het afdrukken (omhoog). Als de hendels omlaag blijven, kan dit problemen veroorzaken met de adrukkwaliteit op ander papier dan enveloppen.

  • Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan de printer veroorzaken.

  • Controleer voordat u de enveloppen plaatst of er geen lucht in zit.

  • Enveloppen waarvan de flappen zijn geopend, moeten met de flappen open worden afgedrukt. Enveloppen waarvan de flappen dicht zijn, moeten met de flappen dicht worden afgedrukt.

  • Plaats alleen enveloppen van hetzelfde formaat en soort.

  • Voordat u de enveloppen plaatst, dient u de voorzijde (de zijde die ingevoerd wordt in de printer) vlak te maken door er een potlood of liniaal langs te halen.

  • Sommige envelopsoorten kunnen vastlopen of rimpelen, en kan de afdruk erop slecht zijn.

  • De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om de afdrukkwaliteit te controleren.

  • In een warme en vochtige omgeving kunnen enveloppen verkreukeld of onjuist bedrukt uit de printer komen.

  • Geef, nadat u enveloppen in de lade hebt geplaatst, de papiersoort op via het bedieningspaneel om afdrukproblemen te vermijden. Deze printer herkent niet automatisch het papierformaat.

1Open de handinvoer.

Illustratie van de handinvoer

2Schuif de zijgeleiders naar buiten, plaats de enveloppen met de bedrukte zijde naar boven en duw ze naar binnen totdat ze de printer raken.

Enveloppen waarvan de flappen zijn geopend, moeten met de flappen open worden afgedrukt. Enveloppen waarvan de flappen dicht zijn, moeten met de flappen dicht worden afgedrukt. Zorg er voor het plaatsen van enveloppen voor dat ze zo plat mogelijk zijn.

Illustratie van de handinvoer

3Pas de zijgeleiders aan de breedte van de envelop aan.

Illustratie van de handinvoer

4Open de klep aan de achterzijde.

Illustratie van de printer

5Laat de groene hendels aan de beide zijden zakken.

Illustratie van hendels omlaag

Zet de hendels weer terug in hun oorspronkelijke positie na het afdrukken.

6Sluit de achterklep.

Illustratie van de printer

Opmerking

  • Geef, nadat u enveloppen in de lade hebt geplaatst, de papiersoort op via het bedieningspaneel. Geef ook vóór het afdrukken de desbetreffende papierinstelling in het printerstuurprogramma op.

  • Zorg dat u de enveloppen zo plaatst dat de flappen aan de linkerkant zitten. Als u dit niet doet, raken de enveloppen gekreukeld.

  • Als enveloppen tijdens het afdrukken verkreukelen, plaatst u de enveloppen in omgekeerde richting en draait u het afdrukobject 180 graden met behulp van het printerstuurprogramma voordat u afdrukt. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.

Verwijzing