Als u kopieert op dik papier, selecteer dan de papiersoort en het -formaat.
![]()
De duplexfunctie kan niet worden gebruikt met papier dat wordt geclassificeerd als Dik papier 3. Indien [1-zijdig
2-zijdig] is geselecteerd, annuleer dan de instelling.
Open de handinvoer.
Voer het papier in met de afdrukzijde naar boven totdat u een piep hoort en positioneer vervolgens de papiergeleiders op basis van het papierformaat.
De handinvoer (
) is geselecteerd op het display.
Druk op [
].
Druk op [Papiertype].
Kies een papiergewicht van dik papier 1 t/m 3 en druk dan op [OK].

Selecteer [Dik papier 1] als het papiergewicht tussen 106 g/m2 (28 lb. bankpost) en 130 g/m2 (35 lb. bankpost) ligt.
Selecteer [Dik papier 2] als het gewicht van het papier zich tussen de 131 g/m2 (35 lb. bankpost) en 163 g/m2 (90 lb. index) bevindt.
Selecteer [Dik papier 3] als het gewicht van het papier zich tussen de 164 g/m2 (90 lb. index) en 220 g/m2 (80 lb. kaft) bevindt.
Geef het papierformaat op.
Druk op [OK].
Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop.
![]()
Afdrukken op dik papier kan langzamer zijn dan afdrukken op gewoon papier.
Om papierstoringen te voorkomen, moet u het papier loswaaieren voordat u het in de lade plaatst.