Registreert een aangepast papierformaat.
Open de handinvoer.
Voer het papier in met de afdrukzijde naar boven totdat u een piep hoort en positioneer vervolgens de papiergeleiders op basis van het papierformaat.
De handinvoer (
) is geselecteerd op het display.
Druk op [
].
Druk op [Papierformaat].
Druk op [Aangepast formaat].
Voer de horizontale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Voer de verticale afmeting van het origineel in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [
].
Druk op [Progr.].

Het bevestigingsscherm verschijnt.
Druk op [Afsluiten].
Druk twee keer op [OK].
![]()
Om een waarde die u heeft ingevoerd te wijzigen, drukt u op het item dat u wilt wijzigen en voert u de nieuwe waarde in.
U kunt slechts één aangepast formaat opgeven.