Koptekst overslaan
 

De printcartridge vervangen

WAARSCHUWING


  • Verbrand toner (nieuw of gebruikt) of tonercartridges niet. Doet u dit wel, dan riskeert u brandwonden. Toner ontvlamt wanneer het in contact komt met open vuur.

WAARSCHUWING


  • Sla toner (nieuw of gebruikt) of tonercartridges niet op in de buurt van open vuur. Doet u dit toch, dan onstaat er een risico op brand en/of brandwonden. Toner ontvlamt wanneer het in contact komt met open vuur.

WAARSCHUWING


  • Houd plastic materiaal (zakjes, handschoenen, enz.) die met dit apparaat zijn meegeleverd te allen tijde buiten bereik van baby's en kleine kinderen. Als plastic materiaal in contact komt met mond of neus, kan dit verstikking als gevolg hebben.

VOORZICHTIG


  • Druk of knijp tonercartridges niet in elkaar. Doet u dit wel, dan riskeert u dat toner geknoeid wordt, hetgeen kan leiden tot het vies worden van de huid en kleding, of dat er zelfs per ongeluk toner ingeslikt wordt.

VOORZICHTIG


  • Houd toner (nieuw of gebruikt), tonercartridges en onderdelen die in contact zijn geweest met toner, buiten het bereik van kinderen.

VOORZICHTIG


  • Indien toner of gebruikte toner wordt ingeademd, gorgel dan met voldoende water en ga naar een omgeving met frisse lucht. Raadpleeg indien nodig een dokter.

VOORZICHTIG


  • Let er tijdens het verwijderen van vastgelopen papier of het vervangen van tonercartridges goed op dat er geen toner (nieuw of gebruikt) op uw kleding komt. Indien er toner op uw kleding komt, was de vlek dan met koud water. Wanneer u warm water gebruikt, dringt de toner zich in de stof van uw kleding waardoor de vlek niet meer kan worden verwijderd.

VOORZICHTIG


  • Let er tijdens het verwijderen van vastgelopen papier of het vervangen van tonercartridges goed op dat er geen toner (nieuw of gebruikt) op uw huid komt. Als uw huid in contact komt met toner, moet u het betreffende gedeelte van de huid grondig wassen met water en zeep.

VOORZICHTIG


  • Indien toner of gebruikte toner in uw ogen komt, spoel deze dan onmiddellijk uit met grote hoeveelheden water. Raadpleeg indien nodig een dokter.

VOORZICHTIG


  • Als toner of gebruikte toner wordt doorgeslikt, verdun deze dan door grote hoeveelheden water te drinken. Raadpleeg indien nodig een dokter.

Belangrijk

  • Bewaar printcartridges altijd op een koele donkere plaats.

  • Het daadwerkelijke aantal kopieën die u kunt afdrukken, hangt af van het volume en de dichtheid van afbeeldingen, het aantal pagina's dat u gelijktijdig afdrukt, de papiersoort en het papierformaat en de omgevingsomstandigheden, zoals temperatuur en luchtvochtigheid. De kwaliteit van toner verslechtert na verloop van tijd. Vroegtijdige vervanging van de printcartridge kan noodzakelijk zijn. Daarom raden we u aan altijd een nieuwe printcartridge beschikbaar te hebben.

  • Voor een goede afdrukkwaliteit adviseert de fabrikant u de originele toner van de fabrikant te gebruiken.

  • De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade of kosten die kunnen voortvloeien uit het gebruik van onderdelen die geen originele onderdelen van de fabrikant zijn bij uw kantoorapparatuur.

Meldingen op het scherm

  • Vervang de aangegeven printcartridge als één van de volgende meldingen op het scherm wordt weergegeven:

    “Toner op: Zwart”

    “Toner op: Magenta”

    “Toner op: Cyaan”

    “Toner op: Geel”

  • Vervang de aangegeven printcartridge als één van de volgende meldingen op het scherm wordt weergegeven:

    “Toner bijna leeg Vervang. binnk. vereist: Tonercartridge (zwart)”

    “Toner bijna leeg Vervang. binnk. vereist: Tonercartridge (magenta)”

    “Toner bijna leeg Vervang. binnk. vereist: Tonercartridge (cyaan)”

    “Toner bijna leeg Vervang. binnk. vereist: Tonercartridge (geel)”

Belangrijk

  • Pas op dat er geen paperclips, nietjes of andere kleine voorwerpen in het apparaat vallen.

  • Stel de printcartridge zonder afdekking niet voor een langere tijd bloot aan direct zonlicht.

  • Raak de lichtgeleiding van de printcartridge niet aan.

    Afbeelding van printcartridge

  • Raak de ID-chip aan de zijkant van de printcartridge (zoals aangegeven op de afbeelding hieronder) niet aan.

    Afbeelding van printcartridge

  • Zorg dat u bij het verwijderen van printercartridges de laserscaneenheid aan de onderkant van de bovenklep niet aanraakt (het gebied dat met de pijl in de illustratie hieronder wordt aangegeven).

    Afbeelding van de binnenkant van het apparaat

  • Als de toner voor cyaan, magenta of geel op is, kunt u met de zwarte toner zwart-wit afdrukken blijven maken. Wijzig de kleurmodusinstelling in Zwart-wit met het stuurprogramma van het apparaat.

  • Als de zwarte toner op is, kunt u noch in zwart-wit, noch in kleur afdrukken tot de zwarte toner is vervangen.

1Trek aan het handvat op de voorklep en til de voorklep vervolgens voorzichtig op.

Zorg dat de ADF gesloten is.

Afbeelding vooraanzicht van de voorzijde van het apparaat

2Til de printercartridge er voorzichtig verticaal uit, terwijl u hem in het midden vasthoudt.

Beginnend vanaf achteraan worden de printcartridges in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K) geïnstalleerd.

Afbeelding van de binnenkant van het apparaat

  • Schud de verwijderde printcartridge niet. Als u dit wel doet, kan de overgebleven toner gaan lekken.

  • Plaats de oude printcartridge op papier of gelijksoortig materiaal om uw werkruimte niet vuil te maken.

  • De kleur van de toner wordt aangegeven op het etiket van elke printcartridge.

3Haal de nieuwe printcartridge uit de verpakking en dan uit de plastic zak.

Afbeelding van printcartridge

4Houd de inktcartridge vast en schud hem vijf of zes keer heen en weer.

Afbeelding van printcartridge

Een gelijkmatige verspreiding van de toner in de cartridge verbetert de afdrukkwaliteit.

5Verwijder de afdekking van de printcartridges.

Afbeelding van printcartridge

6Controleer of de tonerkleur en plaats overeenkomen en plaats vervolgens de inktcartrigde voorzichtig in verticale richting.

Afbeelding van printcartridge

7Houd met beide handen het midden van de bovenklep vast en sluit de klep voorzichtig. Let op dat uw vingers niet bekneld raken.

Wacht na het sluiten van het voorpaneel tot het beginscherm wordt weergegeven.

Afbeelding van de binnenkant van het apparaat

8Plaats de afdekking die u in stap 5 verwijderde op de oude printcartridge. Plaats de oude printcartridge vervolgens in de zak en in de verpakking.

Afbeelding van printcartridge

Opmerking

  • Zorg dat u de oude printcartridge goed afdekt voor recycling- en milieudoeleinden.

  • Volg het recycleprogramma van de printcartridges op waarbij gebruikte printcartridges ter verwerking worden verzameld. Raadpleeg uw verkoop- of onderhoudsvertegenwoordiger voor meer informatie.